RIJDEN MET UW VOERTUIG
Sommige heuvels zijn te stijl om veilig te kunnen stoppen of te herstellen van
een mislukte beklimpoging.
Probeer steile hellingen te vermijden. Als u niet voorzichtig bent, kunt u omkante-
len als u heuvelop gaat.
Als de heuvel te steil is en u niet boven geraakt of het voertuig achteruit rolt, rem
dan voorzichtig zodat u niet slipt, en activeer de parkeerrem. Stap af aan de lin-
kerzijde en keer het voertuig om in een "K"-beweging (terwijl u naast het voertuig
loopt aan de bergop-zijde en met één hand aan de rem). Keer de achterkant van
het voertuig dan langzaam naar de heuveltop toe en rijd naar beneden.
Loop en stap altijd af aan de hoger gelegen zijde van de helling en blijf uit de
buurt van het voertuig en de draaiende wielen.
Probeer het voertuig nooit tegen te houden als het begint te kantelen. Blijf uit de
buurt.
Rijd niet met hoge snelheid over een heuveltop. Achter de top kunnen er hinder-
nissen of een steile afgrond liggen.
2 2 - - U U P P - - m m o o d d e e l l l l e e n n
De passagier moet zijn bewegingen synchroniseren met de bewegingen van de
bestuurder. De passagier moet steeds blijven zitten.
Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn pas-
sagier. Laat de passagier in geval van twijfel afstappen voordat u bergop rijdt.
Houd hier rekening mee, voordat u een heuvel oprijdt. Het oprijden van heuvels
mag alleen door ervaren bestuurders worden geprobeerd.
Begin met flauwe hellingen. Rij altijd recht de heuvel op.
De bestuurder en de passagier moeten hun lichaamsgewicht naar voren ver-
plaatsen, naar de top van de heuvel toe. Houd uw voeten op de voetsteunen, zet
de ATV in een lagere versnelling en versnel voordat u gaat klimmen. Probeer
een vaste snelheid aan te houden en geef niet teveel gas om versnellen te
voorkomen.
Abrupte hellingen, variaties in het terrein of het gaan met een wiel over een ob-
stakel kan een grote invloed op de stabiliteit hebben, omdat dit de voorkant van
het voertuig omhoog tilt, met het risico van omkantelen.
Sommige heuvels zijn te stijl om veilig te kunnen stoppen of te herstellen van
een mislukte beklimpoging. Probeer steile hellingen te vermijden. Als u niet voor-
zichtig bent, kunt u omkantelen als u heuvelop gaat.
Als de heuvel te steil is en u niet boven geraakt of het voertuig achteruit rolt, rem
dan voorzichtig zodat u niet slipt, en activeer de parkeerrem. Vraag de passagier
als eerste af te stappen en keer het voertuig om in een "K"-beweging (terwijl u
naast het voertuig loopt aan de bergop-zijde en met één hand aan de rem). Keer
de achterkant van het voertuig dan langzaam naar de heuveltop toe en rijd naar
beneden. Loop en stap altijd af aan de hoger gelegen zijde van de helling en blijf
uit de buurt van het voertuig en de draaiende wielen.
56
VEILIGHEIDSINFORMATIE