VOERTUIG BEREIKT MAXIMUMSNELHEID NIET (vervolg)
3. Luchtfilter/behuizing verstopt of vuil.
– Controleer de filter en reinig hem indien nodig.
– Controleer de afvoer van het luchtfilterhuis op vloeistof/vuilafzetting.
TRANSMISSIE SCHAKELT NIET VLOT
1. Motor/transmissieoliepeil te laag.
– Vul de olietank tot het juiste niveau met de aanbevolen olie.
2. Schakelsysteem.
– Probeer de gashendel verder in te drukken terwijl u opschakelt.
– Houd de koppelingshendel langer ingedrukt terwijl u terugschakelt.
3. Verkeerd type olie.
– Tap de olie uit de motor af en gebruik alleen de aanbevolen olie.
4. Transmissie.
– Raadpleeg een erkende Can-Am dealer.
MOTORVERKLIKKERLICHTJE (rood) BLIJFT BRANDEN
1. Motor raakt oververhit.
– Zie OVERVERHITTING VAN DE MOTOR.
2. Accuspanning te hoog of laag.
– Controleer de accuspanning en het oplaadsysteem.
– Doe een beroep op een erkende Can-Am dealer.
MOTORVERKLIKKERLICHTJE (rood) KNIPPERT
1. De motor draait in beschermingsmodus (terugkeermodus).
– Doe een beroep op een erkende Can-Am dealer.
_____________________
TECHNISCHE RICHTLIJNEN
133