ONDERHOUDSPROCEDURES
vmo2008-011-042_b
LINKERKANT VAN DE MOTOR
1. Koelvloeistof-aftapplug
Laat het reservoir helemaal leeglopen
en draai de aftapplug terug vast.
Maak de slangklem van de radiator-uit-
laatslang los.
Verwijder de uitlaatslang van de radia-
tor en laat het systeem helemaal leeg-
lopen.
vmo2008-011-086_a
1. Slangklem
2. Uitlaatslang
3. Radiator
Breng de slang weer aan en bevestig
ze met de slangklem.
Wis eventueel gemorste koelvloeistof
van het chassis en de motor.
Hervul de koelvloeistoftank met 1,8 l
van de aanbevolen koelvloeistof. Zie
SPECIFICATIES voor meer informatie.
______________________
98
Laat de motor stationair draaien met
verwijderde
Voeg langzaam koelvloeistof toe in-
dien nodig. Niet overvullen.
Wanneer het voertuig op een vlak op-
pervlak staat, wordt een correct vloei-
stofpeil waargenomen door de ope-
ning in de reservoirdop.
vmo2008-011-087_a
KOELMIDDELRESERVOIR
1. Koelvloeistof hier
Het vloeistofpeil kan ook worden be-
oordeeld aan de hand van de peilmerk-
tekens van het reservoir (kleine rib-
bels).
vmo2008-011-107_a
KOELMIDDELRESERVOIR
1. Peilmerktekens
Wacht nu tot de motor een normale be-
drijfstemperatuur heeft bereikt. Druk
de gashendel twee- of driemaal in en
voeg nog koelvloeistof toe, indien no-
dig.
koelvloeistoftankdop.