Automatische versnellingsbak
3 175.
Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren
● Bandenspanning en -staat
3 265, 3 307.
● Motoroliepeil en vloeistofniveaus
3 240.
● Ruiten, spiegels, rijverlichting en
kentekenplaat: vrij van vuil,
sneeuw of ijs en gebruiksklaar.
● Juiste positie van spiegels, stoe‐
len en veiligheidsgordels 3 37,
3 49, 3 58.
● Werking van remsysteem (bij
lage snelheid), vooral bij vochtige
remmen.
Kort en bondig
Motor starten
● Contactsleutel: zet de sleutel in
stand 2.
Aan/Uit-knop: druk gedurende
enkele seconden op
Engine Start/Stop totdat de
groene LED brandt.
● Stuurwiel iets verdraaien om het
stuurslot te ontgrendelen.
● Trap de koppeling en rem in.
● Automatische versnellingsbak in
stand P of N.
● Trap het gaspedaal niet in.
● Contactslot: draai de sleutel naar
stand 3 en laat deze los.
17