104
Instrumenten en bedieningsorganen
1 uit
: rijden op benzine
1 knippert : voorwaarden voor
overschakelen op
rijden op LPG contro‐
leren. Licht op als aan
de voorwaarden
voldaan is.
1 brandt
: rijden op vloeibaar
gas
1 knippert
: LPG-tank is leeg of
storing in LPG-
5 keer en
systeem. Er verschijnt
dooft
een bericht op het
Driver Information
Center.
Zodra de LPG-tank leeg is, wordt tot
aan het uitschakelen van het contact
automatisch op benzine overgescha‐
keld.
Brandstof voor het rijden op vloeibaar
gas 3 225.
Koelvloeistoftemperatuur‐
meter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
aan.
50°
: motor nog niet op
bedrijfstemperatuur
90°
: normale bedrijfstem‐
(middelste
peratuur
gedeelte)
130°
: koelvloeistoftempe‐
ratuur te hoog
Voorzichtig
Stop en zet de motor af wanneer
de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is. Kans op motorschade.
Controleer het koelvloeistofpeil
meteen.
Service-display
Het controlesysteem van de oliekwa‐
liteit laat u weten wanneer de motor‐
olie en het oliefilter moeten worden
vervangen. Afhankelijk van de rijom‐
standigheden, kan het aangegeven
vervangingsinterval van de motorolie
en het oliefilter aanzienlijk variëren.