Luchtverdeling l M K
Indrukken:
l : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
M : naar hoofdhoogte via de verstel‐
bare luchtroosters
K : naar de voetenruimte en voorruit
Er zijn ook combinaties mogelijk.
De instelling wordt aangeduid door de
LED in de toets.
Luchtdebiet Z
Pas de luchtstroom aan door de
regeleenheid Z naar de gewenste
snelheid te draaien. J betekent venti‐
lator uit.
Klimaatregeling
Koeling A/C
Druk op A/C om de koeling in te scha‐
kelen. De activering wordt aangeduid
door de LED in de toets. Koeling
werkt alleen bij een draaiende motor
en ingeschakelde ventilator van de
klimaatregeling.
Druk nogmaals op A/C om de koeling
uit te schakelen.
De airconditioning koelt en ontvoch‐
tigt (droogt) zo nodig de lucht in de
cabine. Er kan zich dan condens
vormen en onder de auto op de grond
druppelen.
147