De resterende levensduur van de olie
wordt weergegeven op het Driver
Information Center 3 114.
Selecteer op het Baselevel-display
het menu Instell. door op MENU op de
richtingaanwijzerhendel te drukken.
Draai aan het stelwiel om de pagina
Resterende levensduur olie te selec‐
teren.
Instrumenten en bedieningsorganen
Selecteer op het Midlevel- en Uple‐
vel-display het menu Info door op p
op het stuurwiel te drukken. Druk op
P om de modus Resterende
levensduur olie te selecteren.
De resterende levensduur van de olie
wordt aangeduid met een percen‐
tage.
Terugzetten
Druk op het Baselevel-display gedu‐
rende enkele seconden op SET/CLR
op de richtingaanwijzer om terug te
zetten. Het contact moet ingescha‐
keld zijn maar de motor moet niet
draaien.
Druk op het Midlevel- of Uplevel-
display op > op het stuurwiel om de
submap te openen. Selecteer
Terugstellen en bevestig dit door
gedurende enkele seconden op 9 te
drukken. Het contact moet ingescha‐
keld zijn maar de motor moet niet
draaien.
Het systeem moet bij elke keer
verversen van de olie worden gereset
om het goed te laten werken. De hulp
van een werkplaats inroepen.
Volgende onderhoudsbeurt
Wanneer het systeem heeft berekend
dat de gebruiksduur van de motorolie
is verstreken, verschijnt Motorolie
spoedig verversen op het Driver Infor‐
mation Center. Laat de motorolie en
het oliefilter binnen een week of
500 km door een werkplaats vervan‐
gen (wat het eerst voorkomt).
Service-informatie 3 288.
105