Praesideo 4.3
•
Prioriteit - Stelt de prioriteit van de oproep in. Het
bereik van aangeboden prioriteiten is afhankelijk
van het type oproepstation (normaal: 32 t/m 223,
nood: 32 t/m 255). Stel als de prioriteit van de
activiteit van de Call activation key hetzelfde moet
zijn als de prioriteit van de oproepmacro Priority in
op <Standaard>.
•
Available outputs - Geeft de beschikbare zones,
zonegroepen en besturingsuitgangen weer. Selecteer
in de keuzelijst welk type uitgangen moet worden
weergegeven.
•
Knoppen Add/Remove - Met de knoppen
> en < kunnen de geselecteerde uitgangen aan
Assigned outputs worden toegevoegd of hieruit worden
verwijderd.
•
Assigned outputs - Geeft de uitgangen weer die
aan de toets of besturingsingang zijn toegewezen.
48.3.5 Start
De actie Start is bedoeld voor het uitzenden van
noodoproepen voor gefaseerde evacuatie. De actie Start
initieert een oproep op basis van een oproepmacro in
een voorgedefinieerde zone of zonegroep. De prioriteit
van de oproep is gelijk aan de prioriteit van de
oproepmacro en kan niet worden gewijzigd. Zie
figuur 48.12 voor een overzicht van de pagina Action
programming voor een toets Start.
Als er meer dan één actie (tot maximaal 5) is
geconfigureerd voor een toets Start of een
besturingsingang (zie paragraaf 44.2.5), kunnen er hier
ook meerdere sets Call macro en Zones worden
geconfigureerd.
figuur 48. 1 2: Start actietoets
Standaard maken meerdere Start acties van dezelfde
oproepmacro gebruik, maar ze adresseren andere zones
Bosch Security Systems B.V.
of zonegroepen. Bij een gefaseerde evacuatie kunnen de
verschillende Start acties worden gebruikt om het
gebied waarin de oproep wordt uitgezonden uit te
breiden.
Als de activator van een Start actie wordt losgelaten,
wordt de lopende oproep gestopt in de zones of
zonegroepen die aan de actie zijn gekoppeld. Bij een
gefaseerde evacuatie kan door de verschillende Start
acties los te laten het gebied waarin de oproep wordt
uitgezonden worden beperkt.
48.3.6 Stop
De actie Stop is bedoeld voor het stoppen van de
noodoproepen voor gefaseerde evacuatie. De actie Stop
kan alle oproepen die op de gedefinieerde macro zijn
gebaseerd stopzetten. Zie figuur 48.13 voor een
overzicht van de pagina Action programming voor een
toets Stop.
Als er meer dan één actie (tot maximaal 5) is
geconfigureerd voor een toets Stop of een
besturingsingang (zie paragraaf 44.2.5), kunnen er hier
ook meerdere Call macros worden geconfigureerd.
figuur 48. 1 3: Stop actietoets
Installatie- en Gebruikershandleiding
Opmerking
Deze actie kan ook aan besturingsingangen
worden toegewezen.
Een gecombineerde Start/Stop-actie kan ook
aan besturingsingangen en virtuele
besturingsingangen van de netwerkcontroller
worden toegewezen.
IUI-PRAESIDEO_4.3 | V1.0 | 2015.02
nl | 429