Praesideo 4.3
8.4
Aansluitingen
8.4.1
Inleiding
Dit gedeelte bevat een overzicht van de
standaardsysteemaansluitingen met gebruikmaking van
de OMNEO-interface.
•
Het Praesideo-netwerk aansluiten (zie paragraaf 8.4.2).
•
Het OMNEO-netwerk aansluiten (zie paragraaf 8.4.3).
•
Besturingsingangen aansluiten (zie paragraaf 8.4.4).
•
Besturingsuitgangen aansluiten (zie paragraaf 8.4.5).
8.4.2
Het Praesideo-netwerk
aansluiten
Sluit de OMNEO-interface met behulp van de
systeembusconnectors en LBB4416-netwerkkabels op
het Praesideo-systeem aan. Beide connectors zijn
onderling verwisselbaar.
Network
1
2
48V
48V
4
figuur 8.2: Voor- en achteraanzicht van de OMNEO-interface
Bosch Security Systems B.V.
1
Control In
1
2
3
4
5
5
6
Installatie- en Gebruikershandleiding
Deze unit wordt via de Praesideo-systeembus gevoed
door de netwerkcontroller.
8.4.3
Het OMNEO-netwerk aansluiten
Sluit de OMNEO-interface met behulp van de Ethernet-
connectors en CAT-5 Ethernet-kabels op het OMNEO/
Dante-netwerk aan. Gebruik één CAT-5-aansluiting
voor een normale Ethernet-aansluiting of twee voor een
redundante aansluiting. Iedere aansluiting heeft twee
indicatoren:
•
De linker LED (vanaf de achterzijde gezien) is de
koppelingsdetectieindicator; deze gaat groen
branden bij een 1 Gbit-aansluiting en oranje bij een
100 Mbit-aansluiting. Deze indicatie is van
toepassing op de koppelingssnelheid op de
bevestigde kabel. Deze hoeft niet noodzakelijkerwijs
gelijk te zijn aan de snelheid van het gehele netwerk.
•
De rechter LED knippert geel als het netwerk actief
is.
2
Control Out
6
7
8
C NC NO C NC NO C NC NO C NC NO C NC NO
1
2
3
4
5
7
nl | 159
3
IUI-PRAESIDEO_4.3 | V1.0 | 2015.02