Praesideo 4.3
7.4
Aansluitingen
7.4.1
Inleiding
Dit gedeelte bevat een overzicht van de
aansluitmogelijkheden van de CobraNet-interface.
•
Het Praesideo-netwerk aansluiten (zie paragraaf 7.4.2).
•
Het CobraNet-netwerk aansluiten (zie paragraaf 7.4.3).
•
Besturingsingangen aansluiten (zie paragraaf 7.4).
•
Besturingsuitgangen aansluiten (zie paragraaf 7.4.5).
7.4.2
Het Praesideo-netwerk
aansluiten
Sluit de CobraNet-interface op het Praesideo-systeem
aan met behulp van de systeembusconnectors en
LBB4416-netwerkkabels. Beide connectors zijn
onderling verwisselbaar.
Deze unit wordt via de Praesideo-systeembus gevoed
door de netwerkcontroller.
7.4.3
Het CobraNet-netwerk
aansluiten
Sluit de CobraNet-interface met behulp van de
Ethernet-connectors en CAT-5 Ethernet-kabels op het
CobraNet-netwerk aan. Gebruik één CAT-5-aansluiting
voor een normale Ethernet-aansluiting of twee voor een
redundante aansluiting. Ethernet ondersteunt
redundante aansluitingen tussen schakelaars met behulp
van zelfherstellende topologieën. Iedere aansluiting
heeft twee indicatielampjes:
•
Het rechter indicatielampje brandt constant groen bij
Ethernet-verbinding en knippert groen bij Ethernet-
activiteit.
•
Het linker indicatielampje brandt geel op de poort
die in gebruik is en knippert geel op de poort die in
gebruik is als de interface de geleider is.
Opmerking
Om aan EN54-16 te voldoen, moet de
LBB4404/00 worden aangesloten op een
Ethernet-schakelaar van het type Belden/
Hirschmann RSR20-0800M2M2T1UCCHPHH
(een versie van de RSR20-
0800M2M2T1SCCHPHH voor een groter
temperatuurbereik) in dezelfde kast.
Bosch Security Systems B.V.
Installatie- en Gebruikershandleiding
Let op
De Praesideo netwerkinterfaces bieden geen
uitgebreide beveiligingsmaatregelen om het
systeem tegen kwaadaardige netwerkaanvallen
of uitgezonden gegevensstormen te
beschermen. Dergelijke maatregelen zouden op
de lange termijn toch onvoldoende zijn, omdat
het onwaarschijnlijk is dat werkende Praesideo-
systemen regelmatig worden geüpdatet voor
het herstellen van beveiligingslekken. Sluit als
ook audio-aansluitingen op Ethernet tot stand
worden gebracht via CobraNet-interfaces of
OMNEO-interfaces deze interfaces op een
apart, niet voor derden toegankelijk netwerk
aan. Of zet een Praesideo-specifieke VLAN op
door gebruik te maken van Ethernet-schakelaars
met VLAN-mogelijkheden om het netwerk in
meerdere uitzenddomeinen te verdelen,
waarvan één domein uitsluitend aan Praesideo
wordt toegewezen. Omdat audio-aansluitingen
op Ethernet aanzienlijke netwerkbandbreedte
verbruiken en, in tegenstelling tot fysiek aparte
netwerken, VLAN's bandbreedte delen, vereisen
VLAN-stammen mogelijk een verzameling
koppelingen en/of prioriteitstelling voor kwaliteit
van het onderhoud.
IUI-PRAESIDEO_4.3 | V1.0 | 2015.02
nl | 147