Praesideo 4.3
50.3
Aansluiting
Registrerende microfoons kunnen op de unit met de
audio-uitgangen van de AVC-zone of een andere
versterker worden aangesloten. Als de registrerende
microfoon op een andere versterker wordt aangesloten
en in combinatie met een AVC-zone wordt gebruikt,
houdt hij constant een digitaal kanaal bezet. Als gevolg
hiervan neemt het aantal beschikbare digitale
audiokanalen af.
Opmerking
Reserveversterkers kunnen de registrerende
microfoon niet van een uitgevallen
hoofdversterker overnemen als het signaal van
de registrerende microfoon niet via het optische
netwerk loopt.
50.4
Configuratie
Voorafgaande aan configuratie van AVC in een zone:
•
Zorg dat de microfoon voor registratie van het
omgevingsgeluid goed op het systeem is aangesloten.
•
Zorg dat alle luidsprekers op het systeem zijn
aangesloten, dat ze op het juiste vermogensniveau
zijn ingesteld, dat ze gericht zijn (indien nodig) en
dat ze werken.
•
Stem het nominale uitgangsniveau van alle
versterkingskanalen in de zone af op het niveau dat
nodig is om bij een maximale hoeveelheid
omgevingsgeluid de spraak goed verstaanbaar te
laten zijn.
•
Zorg dat de instelling voor geluidsvertraging van de
betreffende vermogensversterkeruitgang op een
waarde van < 2 s wordt ingesteld. Na de ijking kan
de geluidsvertraging weer op de juiste waarde
worden teruggezet. Zeer lange
vertragingsinstellingen, bijvoorbeeld voor
toepassingen in tunnels, kunnen tot onjuiste
ijkresultaten leiden.
Bosch Security Systems B.V.
Ga bij het configureren van de AVC als volgt te werk:
1 Open de categorie AVC settings van de pagina Zone
Configuration. In het mainframe van de webinterface
wordt een scherm weergegeven zoals in figuur 50.1.
figuur 50. 1 : AVC-instellingen
2 Markeer om AVC voor oproepen in te schakelen het
vakje Enabled. Het omgevingsgeluidsniveau op basis
waarvan het volume van de oproep wordt afgesteld,
wordt vlak voor het begin van de oproep gemeten.
3 Gewoonlijk werkt de AVC voor oproepen. Schakel als
de AVC ook voor BGM moet worden geactiveerd, het
vakje BGM in. Het omgevingsgeluidsniveau op basis
waarvan het volume van de achtergrondmuziek
wordt afgesteld, wordt constant gemeten.
4 AVC werkt standaard ook voor de noodoproepen,
maar als Control Emergency is uitgeschakeld, worden
noodoproepen op het maximaal (geconfigureerde)
niveau uitgezonden.
Installatie- en Gebruikershandleiding
Opmerking
De AVC-instellingen zijn alleen van toepassing
op de audio-uitgangen van
vermogensversterkers. AVC kan niet op de
audio-uitgangen van basisversterkers of andere
units worden toegepast.
IUI-PRAESIDEO_4.3 | V1.0 | 2015.02
nl | 444