Praesideo 4.3
30.4
Montage van de
kabelconnector
30.4.1 Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft stap voor stap de montage van
de kabelconnector. De procedure bestaat uit de
volgende onderdelen:
•
Voorbereiding (zie paragraaf 30.4.3).
•
De bus krimpen (zie paragraaf 30.4.4).
•
De koperen draden strippen (zie paragraaf 30.4.5).
•
De stekkerbussen monteren (zie paragraaf 30.4.6).
•
De optische vezels strippen (zie paragraaf 30.4.7).
•
De busjes monteren (zie paragraaf 30.4.8).
•
De connectors in elkaar zetten (zie paragraaf 30.4.9).
30.4.2 Kabeltypes
Er zijn twee types optische netwerkkabels:
•
Type A kabels waarin de kunststof vezels naast elkaar
liggen (zie figuur 30.5, waarin beide kabeluiteinden
zichtbaar zijn).
•
Type B kabels waarin de kunststof vezels tegenover
elkaar liggen (zie figuur 30.5, waarbij beide
kabeluiteinden identiek zijn).
R
B
A
B
R
A
figuur 30.5: Kabeltypes
Bosch Security Systems B.V.
30.4.3 Voorbereiding
Ga als volgt te werk:
1 Knip de optische netwerkkabel met het kabelmes
2 Stel het kabeltype vast (zie paragraaf 30.4.2),
3 Een netwerkconnector demonteren. Een
4 Schuif het achterste deel van de behuizing over de
B
figuur 30.6: Achterkant van de behuizing op de kabel
R
5 Strip met behulp van de striptang (gereedschap 5) het
B
R
= Red
B
= Brown
figuur 30.7: De kabel strippen
Installatie- en Gebruikershandleiding
(gereedschap 2) op de juiste lengte.
Opmerking
Met het oog op lichtverlies mag de optische
netwerkkabel niet langer dan 50 m zijn.
aangezien sommige stappen in de
montageprocedure van de kabelconnector
afhankelijk zijn van het kabeltype.
netwerkconnector bestaat uit 10 onderdelen (zie
paragraaf 30.3).
kabel (zie figuur 30.6).
buitenste omhulsel van de kabel door de kabel naar
de mechanische aanslag te duwen (zie figuur 30.7).
IUI-PRAESIDEO_4.3 | V1.0 | 2015.02
nl | 322