Praesideo 4.3
5.3
Aansluitingen
5.3.1
Inleiding
Dit gedeelte bevat een overzicht van de
aansluitmogelijkheden van de netwerkcontroller.
•
Aansluiten op het elektriciteitsnet (zie paragraaf
5.3.2).
•
Het netwerk aansluiten (zie paragraaf 5.3.4).
•
Een configuratie-PC aansluiten (zie paragraaf 5.3.5).
•
Audio-ingangen aansluiten (zie paragraaf 5.3.6).
•
Audio-uitgangen aansluiten (zie paragraaf 5.3.9).
•
Besturingsingangen aansluiten (zie paragraaf 5.3.8).
•
Besturingsuitgangen aansluiten (zie paragraaf 5.3.9).
•
De RS232-poort aansluiten (zie paragraaf 5.3.12).
•
Een compacte flashcard plaatsen (zie paragraaf 5.3.13).
5.3.2
Aansluiten op het
elektriciteitsnet
Ga voor het aansluiten van de netwerkcontroller op het
elektriciteitsnet als volgt te werk:
1 Kies de juiste plaatselijke netspanning met de
keuzeschakelaar aan de achterzijde van de
netwerkcontroller (zie tabel 5.1).
tabel 5. 1 : Spanningskeuzeschakelaar en zekering
Keuzescha-
Netspanning
kelaar
V (AC)
115
100 - 120
230
220 - 240
2 Sluit het netsnoer op de netwerkcontroller aan.
3 Steek het netsnoer in een plaatselijk goedgekeurde
contactdoos.
Bosch Security Systems B.V.
Zekering
T 2,5 A 250 V
(UL 248 / IEC 60217)
T 2,5 A 250 V
(UL 248 / IEC 60217)
Installatie- en Gebruikershandleiding
5.3.3
De reservevoeding aansluiten
Sluit de reservevoeding op de
reservevoedingsaansluiting aan de achterzijde van de
netwerkcontroller aan. Zie figuur 5.4.
Gebruik de bij het apparaat geleverde connector. De
zekering voor de reservevoeding bevindt zich in het
apparaat. De ingang van de reservevoeding is tegen
stroomomkering beveiligd.
De reservevoeding ligt tussen 43 en 56 V. De
systeemspanning op de systeembus is constant 48 V. De
voeding naar de apparaten die hun voeding via de
systeembus ontvangen, wordt niet beïnvloed door
verandering van de spanning van de reserve-accu.
Waarschuwing
Gebruik om veiligheidsredenen een externe
stroomonderbreker. Installeer de apparatuur
conform de lokale elektriciteits- en bouwvoor-
schriften, bijvoorbeeld voor de VS en Canada
conform NEC/CEC en voor Duitsland conform
VDE0108-1.
Om elektrische schokken te voorkomen moet u
geen ander onderhoudswerkzaamheden
uitvoeren dan de werkzaamheden die worden
beschreven in de bedieningsinstructies, tenzij u
hiertoe bevoegd bent. Zie paragraaf 1.2
Doelgroep.
Opmerking
Als de netwerkcontroller op een reservevoeding
is aangesloten, kan de netwerkcontroller niet
gewoon met de aan/uitschakelaar van het
elektriciteitsnet (9) worden uitgeschakeld. De
accu-aansluiting moet ook worden ontkoppeld.
IUI-PRAESIDEO_4.3 | V1.0 | 2015.02
nl | 110