Onderhoud
Koelvloeistofslangen en slangklemmen - Controleren
Controle alleen met koude motor uitvoeren, er bestaat verbrandingsgevaar!
STOP
Motorkap openen (blz. 142).
Alle koelvloeistofslangen (1) aan motor en radiateur resp. van
warmteblazer (cabine-uitvoering): toestand (scheuren, uitbol-
lingen, verharde plekken), dichtheid en vaste zitting van klem-
men (2) controleren. Zo nodig moeten de slangen door ge-
schoold personeel worden vervangen.
Motorkap sluiten.
Brandstofleidingen en luchtaanzuigslangen - Controleren
Motorkap openen(blz. 142).
Alle bereikbare brandstofleidingen (1) en klemmen (2) op toe-
stand en goede bevestiging controleren.
Alle bereikbare luchtaanzuigslangen (1) en klemmen (2) op
toestand en goede bevestiging controleren.
Beschadigde onderdelen moeten worden hersteld resp. ver-
vangen.
Motorkap sluiten.
RG268-8144-5
07/2018
2
2
1
1
2
1
2
1
2
153