Bediening overige uitrustingen op de bestuurdersplaats
Bediening van de verwarming (cabine-uitvoering)
Open motorkap (blz. 142).
Verwarmingsklep (1) openen door deze linksom te draaien.
In de zomer moet de verwarmingsklep altijd gesloten
zijn.
Motorkap sluiten.
Alle hierna voor de bediening van de verwarming beschreven handelingen moeten met draaiende
motor worden uitgevoerd.
Om een warmtestuwing en daarmee beschadigingen aan het ventilatiesysteem te voorkomen, lucht-
verstuivers niet met in bedrijf gestelde verwarming met voorwerpen (bijvoorbeeld tassen of kleding-
stukken) afdekken.
Starten van de motor (blz. 75).
Ventilatorschakelaar in stand LO of HI schakelen.
De luchttoevoer met hendel (1) in stand circulatielucht (A) zet-
ten om de cabine sneller te verwarmen.
Er stroomt geen koude buitenlucht naar binnen en de circulerende
binnenlucht wordt sneller verwarmd.
Om ervoor te zorgen dat de ruiten bij langdurig gebruik van de ver-
warming niet beschadigd worden, moet de luchttoevoer na de ver-
warmingsfase van de cabine weer in de stand Verse lucht (B) ge-
schakeld worden.
106
Bedrijf
1
HI
LO
OFF
RG268-8144-5
07/2018