Onderhoud
Erop letten dat de borgklem (1) juist geplaatst is. On-
verwacht dichtslaan van de motorkap bijv. door wind
STOP
of door andere personen kan tot ernstige verwondin-
gen leiden.
Om te sluiten, de borgklem (1) uit de vergrendeling (2) trekken
en de zijklep naar achteren zwenken.
Zijklep in het slot duwen en ontstekingssleutel uittrekken.
Waarborgen, dat de vergrendeling vast zit.
Openen/sluiten van linkerserviceklep
Contactsleutel in het slot (1) van de klep (2) steken en rechts-
om draaien.
Om te openen, de klep naar boven klappen.
De klep heeft geen borgklem! De klep valt naar bene-
den bij het loslaten. Dit kan tot verwondingen leiden
STOP
als de handen ertussen komen.
Om te sluiten, de klep terug naar onderen klappen en de ont-
stekingssleutel linksom draaien.
Contactsleutel weer verwijderen.
Openen/sluiten van rechter ventilatierooster
Open motorkap (blz. 142).
Vanghendel (1) omlaag drukken (A).
Ventilatierooster (3) naar rechts zwaaien.
Om te sluiten, de borgklem (2) uit de vergrendeling trekken (B)
en het ventilatierooster naar links zwenken.
Waarborgen dat het ventilatierooster in de vanghendel (1) vast-
klikt.
Motorkap sluiten.
RG268-8144-5
07/2018
2
2
1
B
A
1
1
2
3
143