Onderhoud
Ruitensproei-installatie bijvullen
Dop (1) van het ruitensproeireservoir (2) openen en het reser-
voir met water resp. reinigingsmiddel vullen.
In de winter moet ruitenreinigingsmiddel met antivries-
toevoegingen worden gebruikt.
Deksel van het ruitensproeireservoir sluiten.
Antivriesgehalte van de koelvloeistof controleren
Motorkap openen (blz. 142).
Dop (2) van het koelvloeistofexpansiereservoir (1) bij een kou-
de motor openen.
Controleer het antivriesgehalte van de koelvloeistof met een
antivriestester.
Het antivriesgehalte moet tussen -25 °C en -40 °C liggen.
Als het antivriesgehalte te laag is, met antivriesmiddel bijvullen.
Het antivriesgehalte mag niet groter zijn dan 50 %.
Deksel van het expansievat sluiten.
Motorkap sluiten.
114
Bedrijf
2
2
1
A
B
RG268-8144-5
07/2018
1