4. Draai de stelbouten aan, totdat u weerstand
voelt. De slijtplaat raakt nog steeds de waaier.
Draai dan alle stelbouten een halve slag los.
Opm.: De waaier moet nu vrij kunnen draaien
zonder de slijtplaat te raken.
5. Draai de borgbouten vast.
6. Draai de waaier een slag met de hand, om er ze-
ker van te zijn dat deze de slijtplaat niet raakt.
7. Alleen voor DP pompen: Plaats de zuigkorf en
draai de bouten (pos. 188c) vast.
Zie ook hoofdstuk 8.3 Schoonmaken van het pomp-
huis.
Afb. 10 Pomp gezien vanaf de aanzuigzijde
8.3 Schoonmaken van het pomphuis
Voor positienummers van de onderdelen, zie pagina
322, 323 of 324.
De procedure voor het schoonmaken van het pomp-
huis gaat als volgt:
Demontage:
1. Maak de klembeugel (pos. 92), die de motor en
de pomp bij elkaar houdt, los en verwijder deze.
2. Til het motorgedeelte uit het pomphuis (pos. 50).
De waaier wordt samen met het motorhuis verwij-
derd.
3. Maak het pomphuis en de waaier schoon.
In elkaar zetten:
1. Plaats het motorgedeelte met de waaier in het
pomphuis.
2. Bevestig de klembeugel en zet hem vast.
Zie ook hoofdstuk 8.4 Controleren/vervangen van de
asafdichting.
8.4 Controleren/vervangen van
de asafdichting
Om er zeker van te zijn dat de asafdichting intact is,
kan de olie gecontroleerd worden.
Als de olie water bevat, is het grijsachtig wit van
kleur, de asafdichting moet vervangen worden omdat
het primaire deel van de afdichting beschadigd is.
Als de afdichting nog langer wordt gebruikt kan de
motor binnen korte tijd beschadigd raken.
Als de olie schoon is kan deze hergebruikt worden.
Zie ook hoofdstuk 8. Onderhoud en service.
Voor positienummers van de onderdelen, zie pagina
322, 323 of 324.
De procedure voor het vervangen van de asafdich-
ting is als volgt:
1. Maak de klembeugel (pos. 92), die de motor en
de pomp bij elkaar houdt, los en verwijder deze.
2. Til het motorgedeelte uit het pomphuis (pos. 50).
De waaier wordt samen met het motorhuis verwij-
derd.
3. Verwijder de bout (pos. 188a) uit het uiteinde van
de as.
4. Verwijder de waaier (pos. 49) van de as.
5. Tap de olie uit de oliekamer.
Zie hoofdstuk 8.5 Olie vervangen.
Opm.: Gebruikte olie dient in overeenstemming
met de plaatselijke milieuwetgeving te worden
verwijderd.
Wanneer de boutjes van de oliekamer
worden losgedraaid, wees er van bewust
dat er druk in de kamer kan zijn opge-
bouwd. Verwijder de boutjes niet voordat
de druk ontsnapt is.
De asafdichting is één geheel bij alle pompen.
6. Verwijder de bouten (pos. 188a) uit de asafdich-
ting (pos. 105).
7. Trek de asafdichting (pos. 105) uit de oliekamer,
gebruikmakend van de twee gaten in de dich-
tingsplaat (pos. 58) en twee schroevendraaiers.
8. Controleer de staat van de as waar de secon-
daire afdichting van de asafdichting de as raakt.
De huls (pos. 103) welke om de as zit moet in
takt zijn. Als deze beschadigd is moet deze wor-
den vervangen, de pomp moet gecontroleerd
worden door speciaal daartoe opgeleide perso-
nen.
Als de as onbeschadigd is, gaat de procedure als
volgt:
1. Controleer de oliekamer en maak deze schoon.
2. Smeer de oppervlakken, welke in contact staan
met de asafdichting met olie (pos. 105a) (O-rin-
gen en as).
3. Plaats een nieuwe asafdichting (pos. 105). Maak
hierbij gebruik van de plastic mof, welke in de
service kit zit.
4. Draai de bouten (pos. 188a) in de afdichting aan
tot 16 Nm.
5. Plaats de waaier en spie, let er op dat de spie
(pos. 9a) juist is gemonteerd.
6. Bevestig de bout (pos 188a) en draai deze aan
om de waaier te borgen, max. 22 Nm.
7. Plaats het pomphuis (pos. 50).
8. Plaats de klembeugel (pos. 92) en maak deze
vast.
9. Vul de oliekamer met olie, zie hoofdstuk 8.5 Olie
vervangen.
Voor aanpassing van de waaierruimte, zie hoofdstuk
8.2.
117