8.5 Olie vervangen
Na 3000 uren in bedrijf of na elk jaar moet de olie uit
de oliekamer vervangen worden zoals hieronder be-
schreven is.
Als de asafdichtingen vervangen zijn, moet de olie
ook vervangen worden, zie hoofdstuk 8.4 Controle-
ren/vervangen van de asafdichting.
Aftappen van de olie:
Wanneer de boutjes van de oliekamer
worden losgedraaid, wees er van bewust
dat er druk in de kamer kan zijn opge-
bouwd. Verwijder de boutjes niet voordat
de druk ontsnapt is.
1. Draai de boutjes van beide olieschroeven los en
verwijder deze om zo de olie af te tappen.
2. Kijk de olie na op water en vuil. De olie geeft een
goede indicatie van de staat van de asafdichting.
Opm.: Gebruikte olie dient in overeenstemming
met de plaatselijke milieuwetgeving te worden
verwijderd.
Olie bijvullen, de pomp ligt op zijn zij, zie afb. 11:
1. Leg de pomp zo neer dat hij rust op het stator-
huis en de persflens en dat de olie aftap boutjes
aan de bovenkant zitten.
2. Vul de olie bij door het bovenste gat totdat het uit
het onderste gat stroomt. Dit is het juiste olie ni-
veau.
Voor oliehoeveelheid, zie hoofdstuk 8.1 Tijdsduur
tussen inspecties.
3. Plaats de twee olie aftap boutjes terug, gebruik
hierbij de nieuwe afdichtingen die bij de service
kit geleverd zijn. Zie hoofdstuk 8.6 Service kits.
Olie bijvullen in rechtopstaande stand:
1. Plaats de pomp op een horizontaal en vlak op-
pervlak.
2. Vul de olie bij in de oliekamer door een van de
gaten totdat de olie uit het ander gat stroomt.
Voor oliehoeveelheid, zie hoofdstuk 8.1 Tijdsduur
tussen inspecties.
3. Plaats de twee olie aftap schroeven terug, ge-
bruik hierbij de afdichtingen die bij de kit geleverd
zijn. Zie hoofdstuk 8.6 Service kits.
Olie vulopening
Olie niveau
Afb. 11 Olie bijvul gaten
118