Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pompbesturingen 114; Thermoschakelaars 114 - Grundfos DP 10.50 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor DP 10.50:
Inhoudsopgave

Advertenties

Afb. 6 Start en stop niveaus
6.2 Pompbesturingen
De volgende LC en LCD pompbesturingen zijn ver-
krijgbaar:
Type LC voor eenpomps-installaties en
type LCD voor tweepomps-installaties.
• LC 107 en LCD 107 met luchtdrukschakelaars.
• LC 108 en LCD 108 met vlotterschakelaars.
• LC 110 en LCD 110 met elektroden.
In de volgende beschrijving wordt de term "niveau-
schakelaars" gebruikt, dit kunnen luchtdrukschake-
laars, vlotterschakelaars of elektroden zijn afhanke-
lijk van de geselecteerde pompbesturing.
Pompbesturingen voor éénfase pompen hebben in-
gebouwde condensatoren.
De pompbesturing LC is voorzien van 2 of 3 niveau-
schakelaars: 2 schakelaars voor het in- en uitscha-
kelen van de pomp. De derde niveauschakelaar
(optie) is voor hoogwateralarm.
De pompbesturing LCD is voorzien van 3 of 4 ni-
veauschakelaars: 1 voor stop, 2 voor het starten van
beide pompen. De vierde niveauschakelaar (optie) is
voor hoogwateralarm.
Wanneer de niveauschakelaars worden geïnstal-
leerd, dient u de volgende punten in acht te nemen:
• Om aanzuigen van lucht en trillingen in onderge-
dompelde pompen te voorkomen dient de stop-
niveauschakelaar zodanig te zijn aangebracht,
dat de pomp wordt uitgeschakeld voordat het
vloeistofniveau gedaald is tot bovenzijde pomp-
huis.
• De startniveauschakelaar dient zodanig te zijn
aangebracht dat de pomp start bij het gewenste
niveau. Het starten van de pomp dient echter wel
altijd plaats te vinden, voordat de binnenkomende
leiding zich vult.
• Een eventuele hoog-niveau-alarmschakelaar
dient ca. 10 cm boven de startniveauschakelaar te
zijn aangebracht. Het alarm dient echter wel altijd
te worden gegeven, voordat het vloeistofniveau
de inlaatbuis van de put heeft bereikt.
114
Voor meer informatie over instellingen van de pomp-
besturing kan de installatie- en bedieningsinstructies
van de pompbesturing worden geraadpleegd.
De pomp mag niet drooglopen.
Er moet een extra niveauschakelaar wor-
den geïnstalleerd om er zeker van te zijn
dat de pomp wordt gestopt als de stop-
niveauschakelaar niet werkt.
Stop de pomp wanneer het vloeistofniveau
Max.
de bovenkant van de pomhuisklem bereikt.
Wanneer de niveauschakelaars aangeslo-
ten zijn op de Grundfos pompbesturing
LC/D 108 via een intrinsieke veiligheids-
Min.
barrière LC-Ex4, is een veilig circuit ver-
zekerd.
6.3 Thermoschakelaars
Alle pompen hebben twee sets opnemers van bime-
taal in de wikkelingen van de stator verwerkt.
Thermoschakelaar (circuit 1 – T1-T3): onderbreekt
het stuurstroomcircuit bij een temperatuur van ong.
150°C.
Opm.: Deze thermoschakelaar moet voor alle pom-
pen worden gebruikt.
Thermoschakelaar (circuit 2 – T1-T2): onderbreekt
het stuurstroomcircuit bij een temperatuur van ong.
170°C (drie fasen pompen) of 160°C (één fasepom-
pen).
Na een thermische uitval moeten explo-
sieveilige pompen handmatig worden her-
start. Deze thermoschakelaar (circuit 2)
moet bij handmatig herstarten van deze
pompen gebruikt worden.
De maximale belasting van de thermische opnemers
mag niet hoger zijn dan 0,5 A bij 500 VAC en cos ϕ
0,6. De schakelaar moet in staat zijn om de verbin-
ding in het stroomcircuit te onderbreken.
In het geval van standaard pompen, kunnen beide
thermische schakelaars een automatische herstart
genereren via de pompbesturing (nadat de contacten
gesloten zijn door voldoende afkoeling).
De standaard magneetschakelaar/scha-
kelkast mag niet in ruimten met mogelijk
explosie gevaar worden geplaatst.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dp 10.65Ef 30.50

Inhoudsopgave