Procedure 2:
1. Laat de pomp aan de hijsinstallatie hangen, bijv.
het hijstoestel om de pomp in de put te laten zak-
ken.
2. Start en stop de pomp en bekijk de draairichting
van de pomp.
3. Als de pomp gestart wordt en de reactierichting
van de pomp is tegengesteld aan de draairich-
ting, dan draait de pomp goed, zie afb. 9. Als dit
niet het geval is verwissel dan een van de twee
fasen draden.
Afb. 9 Reactierichting van de pomp
8. Onderhoud en service
Voordat er aan de pomp wordt gewerkt,
schakel de hoofdschakelaar uit en verwij-
der de zekeringen. Wees er zeker van dat
de spanning niet kan worden ingeschakeld
tijdens het werken aan de pomp.
Er mogen geen onderdelen meer draaien.
Met uitzondering van de hydraulische de-
len moet de service en het onderhoud
worden uitgevoerd door Grundfos of spe-
ciaal daartoe opgeleide personen.
Voordat service en onderhoud plaatsvinden, dient de
pomp zorgvuldig met schoon water te zijn schoonge-
spoeld. De gedemonteerde onderdelen dienen af-
zonderlijk in schoon water te worden schoonge-
spoeld.
Wanneer de schroeven van de oliekamer
worden losgedraaid, wees er van bewust
dat er druk in de kamer kan zijn opge-
bouwd. Verwijder de schroeven niet voor-
dat de druk ontsnapt is.
116
8.1 Tijdsduur tussen inspecties
Pompen in normaal bedrijf dienen tenminste één
keer paar jaar geïnspecteerd te worden, maar ten
minste na 3000 bedrijfsuren. Inspecteer de pomp
vaker als de te verpompen vloeistof modderig of
zanderig is.
De volgende punten moeten gecontroleerd worden:
• Stroomverbruik
Zie het typeplaatje.
• Oliepeil en kwaliteit
Als de pomp nieuw is of de asafdichtingen vervan-
gen zijn, moet het oliepeil na een week in bedrijf
gecontroleerd worden. Olie, dat water bevat, is
grijsachtig wit van kleur en duidt op een bescha-
digde asafdichting. De olie moet vervangen wor-
den na 3000 uren in bedrijf of eens per jaar.
Gebruik Shell Ondina 917 olie of soortgelijke olie.
Zie hoofdstuk 8.5 Olie vervangen en 8.6 Service
kits.
Opm.: Gebruikte olie dient in overeenstemming
met de plaatselijke milieuwetgeving te worden
verwijderd.
In onderstaande tabel staat hoeveel olie in de
oliekamer van de pompen gaat:
Pomptype
DP en EF pompen
tot 1,5 kW
DP pompen, 2,6 kW
• Kabeldoorvoer
Controleer de kabeldoorvoer op beschadigingen
en vergewis u ervan dat de kabels niet geknikt of
afgekneld zijn.
Zie hoofdstuk 8.6 Service kits.
• Pomponderdelen
Controleer de waaier en het pomphuis op even-
tuele slijtage. Vervang beschadigde onderdelen.
Zie hoofdstuk 8.6 Service kits.
• Kogellagers
Een draaiende as moet soepel lopen en mag geen
overmatig geluid produceren. Controleer dit door
de as met de hand te draaien. Vervang defecte
kogellagers.
In geval van defecte kogellagers of een slecht
functionerende motor dient de pomp doorgaans
grondig te worden nagezien. Dit dient door een
door Grundfos geautoriseerd bedrijf uitgevoerd te
worden.
8.2 Het afstellen van de waaierspeling
Voor positienummers van de onderdelen, zie pagina
322, 323 of 324.
Werkwijze:
1. Alleen voor DP pompen: Draai de bouten
(pos. 188c), die de zuigkorf (pos. 84) vasthou-
den, los en verwijder deze. Verwijder de zuigkorf.
2. Draai de borgbouten los (pos. 188b).
3. Draai de stelbouten (pos. 189) los en duw de slijt-
plaat naar binnen totdat deze de waaier raakt.
Hoeveelheid olie voor
in de oliekamer [l]
0,17
0,42