4. Controle van hoekuitlijning
Plaats een binnenpasser of een conusvormige meter
op vier punten met intervallen van 90 ° rond de kop-
peling. Zie afb. 7. Hoekuitlijning is correct wanneer
de metingen laten zien dat alle punten van de koppe-
lingsvlakken binnen 0,2 mm van elkaar gepositio-
neerd zijn.
Verticaal
Afb. 7
Controle van hoekuitlijning
Controleer de ruimte tussen de koppelingen opnieuw
en draai de instelschroeven aan de koppelingen
vast.
Aandraaimomenten voor het vastdraaien
Beschrijving
Afmetingen
M6
M8
M10
Zeskantbout
M12
M16
M20
M24
Horizontaal
Aanhaalmoment
[Nm]
10 ± 2
12 ± 2,4
23 ± 4,6
40 ± 8
80 ± 16
120 ± 24
120 ± 24
Aanvullen met cementspecie
Aanvullen met cementspecie compenseert voor een
ongelijkmatige fundering, verdeelt het gewicht van
het systeem, dempt trillingen en voorkomt verschui-
ving. Gebruik een goedgekeurde, niet-krimpende
cementspecie. Als u vragen of twijfels heeft over het
opvullen met cementspecie, neem dan contact op
met een expert op dit gebied.
Ga als volgt te werk:
1. Bouw een sterke bekisting rondom de fundering
om de cementspecie te kunnen bevatten.
2. Doordrenk de bovenzijde van de betonnen funde-
ring grondig, en verwijder het overtollige water.
3. Vul de bekisting met cementspecie tot aan de
bovenrand van de voetplaat. Zie afb. 8. Laat de
cementspecie goed drogen voordat u de leiding
aan de pomp koppelt. 24 uur is voldoende tijd bij
een goedgekeurde gietmethode.
4. Wanneer de cementspecie grondig is uitgehard,
controleer dan de moeren van de funderingsbou-
ten en draai deze zo nodig vast.
5. Ongeveer twee weken nadat de cementspecie is
gegoten, of wanneer de cementspecie grondig is
uitgehard: breng een verf op oliebasis aan op de
openliggende randen van de cementspecie om te
voorkomen dat lucht en vocht in contact komt
met de cementspecie.
Basisframe
19 tot 32 mm
cementspe-
cie
Bekisting
Afb. 8
Dwarsdoorsnede van fundering met fun-
deringsbout, cementspecie en basis-
frame
Cementspecie
Stelwiggen
of vulstukken
blijven in
positie
Ruwe boven-
zijde van de fun-
dering
7