4.2.4 Draairichting
Controleer de draairichting op de volgende manier:
1. Koppel de twee koppelingshelften tussen pomp
en motor los.
2. Controleer of de motoras vrij kan draaien.
3. Schakel de motor kort in om de draairichting te
controleren. De juiste draairichting wordt met pij-
len op het pomphuis aangegeven.
De draairichting van de pomp is niet altijd
gelijk aan de stromingsrichting.
4. Als de draairichting onjuist is, corrigeer deze
door twee fasen op de motor om te wisselen.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voordat u twee fasen verwisselt dient u
er zeker van te zijn dat de elektriciteits-
toevoer is uitgeschakeld en niet per
ongeluk kan worden ingeschakeld.
5. Controleer de draairichting opnieuw.
6. Voeg de koppeling en bescherming weer samen.
4.3 Ontluchting
Als de pomp niet op de juiste wijze wordt
ontlucht, zal deze geen vloeistof geven.
Gesloten systemen of open systemen waarbij het
vloeistofniveau hoger dan de pompinlaat is
(overdruksystemen)
Vul de aanzuigleiding en de pomp met vloeistof en
ontlucht deze voordat de pomp ingeschakeld wordt.
Ga als volgt te werk:
1. Sluit de afsluit- of smoorklep aan de perszijde.
2. Draai de ontluchtingschroef (17) en de stop voor
het spoelen van de asafdichting (20d) los.
Afb. 19 Positie van ontluchtingsklep en stop
voor het spoelen van de asafdichting
14
WAARSCHUWING
Heet of koud oppervlak
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Let op de richting van de ontluchtings-
nippel, zodat uitstromend water geen
lichamelijk letsel kan veroorzaken, of de
motor of andere componenten kan
beschadigen.
- Bij heetwaterinstallaties moet er speci-
ale zorg worden besteed aan het risico
op verwonding door kokend heet water
en hete oppervlakken.
- Bij installaties met koude vloeistoffen
dient in het bijzonder rekening te wor-
den gehouden met het gevaar van letsel
veroorzaakt door koude vloeistoffen en
koude oppervlakken.
3. Open de afsluitklep in de aanzuigleiding lang-
zaam tot een regelmatige vloeistofstroom uit de
ontluchtingsopening stroomt.
4. Draai de as met de hand (indien mogelijk) tijdens
het aanzuigen en ontluchten om ingesloten lucht
uit de kanalen van de waaier te verwijderen.
5. Draai de ontluchtingschroef dicht en open de
afsluit- of smoorklep(pen) volledig.
Open systemen waarbij het vloeistofniveau lager
is dan de pompinlaat (onderdruksystemen)
Vul de aanzuigleiding en de pomp met vloeistof en
ontlucht deze voordat de pomp ingeschakeld wordt.
Ga als volgt te werk:
Onderdruksysteem met voetklep
1. Sluit de afsluit- of smoorklep aan de perszijde en
open de afsluitklep in de aanzuigleiding.
2. Verwijder het ontluchtingsventiel en sluit een
aanzuigapparaat aan op een aftapgat.
3. Vul de aanzuigleiding en het huis met vloeistof bij
een druk van 1 tot 2 bar vanuit een externe bron
totdat de aanzuigleiding en de pomp geheel met
vloeistof zijn gevuld.
4. Draai de as met de hand tijdens het aanzuigen
en ontluchten om ingesloten lucht uit de kanalen
van de waaier te verwijderen.
5. Plaats het ontluchtingsventiel terug en draai het
vast.
6. U kunt de aanzuigleiding met vloeistof vullen en
deze ontluchten voordat u de leiding opnieuw
met de pomp verbindt. U kunt ook een aanzuig-
apparaat installeren vóór de pomp.