9.1.3 Druk in de pomp
Druk p vermeld op de pomp
(druk boven atmosferische druk)
Pompdruk
Voordruk
Afb. 24 Druk in de LS pomp
Maximale persdruk
De maximale persdruk is de druk (p) die
vermeld staat op het typeplaatje van de
pomp.
Minimale voordruk
De minimale voordruk moet overeenkomen met de
NPSH-curve voor de pomp + een veiligheidsmarge
van minimaal 0,5 meter opvoerhoogte.
NPSH volgt uit het boekje en Grundfos Product Cen-
ter.
Maximale voordruk
De voordruk + pompdruk moet lager zijn dan de
maximale druk (p) van de pomp. Deze staat aange-
geven op het typeplaatje. Zie afb. 21, 7.
9.1.4 Debiet
Minimaal debiet
Het is niet toegestaan dat de pomp tegen een geslo-
ten persafsluiter draait, aangezien dit zorgt voor een
toename in temperatuur of vorming van stoom in de
pomp. Dit kan leiden tot schade aan de as, slijtage
van de waaier, kortere levensduur van de lagers,
schade aan pakkingbussen of mechanische asaf-
dichtingen als gevolg van spanningen of trillingen.
Het continue debiet moet ten minste 25 % bedragen
van het debiet bij maximaal rendement.
Maximaal debiet
Het maximale debiet mag de waarde op het type-
plaatje niet overschrijden. Als het maximale debiet
wordt overschreden kan cavitatie en overbelasting
optreden.
30
Werking bij verminderd(e) debiet en/of
opvoerhoogte
Bedien de pomp niet bij een debiet van minder dan
10 % van het maximale debiet dat staat vermeld op
het typeplaatje of met de afsluit- of smoorklep aan de
perszijde gesloten. Als de pomp onder zulke omstan-
digheden belast wordt, bestaat de kans op overver-
hitting van de pomp. Gebruik beveiliging ter voorko-
ming van mogelijke beschadiging zoals een relais
voor vloeistoftemperatuur, relais voor lagertempera-
tuur, bewaking van voordruk etc.
Als een pomp werkt met een verminderde opvoer-
hoogte zal het debiet toenemen en de motor meer
stroom gebruiken dan normaal. Hierdoor zal de
motor oververhit raken. Smoor in zulke situaties de
klep aan de perszijde. Dit vindt automatisch plaats
als een automatische smoorklep is geïnstalleerd.
9.1.5 Frequentie van in- en uitschakelingen
Het aanbevolen maximale aantal inschakelingen per
uur hieronder geldt voor complete pompen met
motor geleverd door Grundfos. De waarden zijn
slechts aanbevelingen.
0 tot 50 kW
15 inschakelingen per uur. De motor moet ten minste
3 minuten zijn uitgeschakeld voordat deze opnieuw
wordt ingeschakeld.
51 tot 100 kW
10 inschakelingen per uur. De motor moet ten minste
5 minuten zijn uitgeschakeld voordat deze opnieuw
wordt ingeschakeld.
101 tot 315 kW
5 inschakelingen per uur. De motor moet ten minste
10 minuten zijn uitgeschakeld voordat deze opnieuw
wordt ingeschakeld.
Meer dan 315 kW
2 inschakelingen per uur.