Onderdruksysteem zonder voetklep
1. Sluit een externe vacuümpomp aan op de ont-
luchtingsnippel aan de bovenkant van het pomp-
huis.
2. Sluit de afsluit- of smoorklep aan de perszijde en
open de afsluitklep in de aanzuigleiding.
3. Open de afsluiters tussen pomp en vacuüm-
pomp.
4. Start de externe vacuümpomp.
5. Pomp totdat de aanzuigleiding en de pomp volle-
dig met vloeistof gevuld zijn.
6. Draai de as met de hand tijdens het aanzuigen
en ontluchten om ingesloten lucht uit de kanalen
van de waaier te verwijderen.
7. Wanneer de vloeistof uit de vacuümpomp loopt,
stopt u de externe vacuümpomp en sluit u de
afsluiters tussen pomp en vacuümpomp.
Laat de pomp nooit drooglopen. De pomp
is niet zelfaanzuigend.
Drooglopen brengt ernstige schade toe
aan de pakkingbussen, asafdichtingen,
slijtageringen en asmantels.
4.3.1 Het openen van de afsluiters
1. Open de afsluiters voor de spoelvloeistof naar de
pakkingbussen.
2. Open de afsluitklep aan de zuigzijde van de
pomp volledig en laat de afsluit- of smoorklep
aan de perszijde gedeeltelijk open.
4.4 Inschakeling
Zorg ervoor dat de pomp gevuld is met
vloeistof. De pomp mag niet drooglopen.
Drooglopen brengt ernstige schade toe
aan de pakkingbussen, asafdichtingen,
slijtageringen en asmantels.
1. Schakel de pomp in.
2. Ontlucht de pomp tijdens het inschakelen door de
ontluchtingsschroef los te draaien tot een regel-
matige vloeistofstroom uit de ontluchtingsope-
ning stroomt.
WAARSCHUWING
Heet of koud oppervlak
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Let op de richting van de ontluchtings-
nippel, zodat uitstromend water geen
lichamelijk letsel kan veroorzaken, of de
motor of andere componenten kan
beschadigen.
- Bij heetwaterinstallaties moet er speci-
ale zorg worden besteed aan het risico
op verwonding door kokend heet water
en hete oppervlakken.
- Bij installaties met koude vloeistoffen
dient in het bijzonder rekening te wor-
den gehouden met het gevaar van letsel
veroorzaakt door koude vloeistoffen en
koude oppervlakken.
3. Wanneer het leidingwerk met vloeistof is gevuld,
opent u langzaam de afsluit- of smoorklep aan de
perszijde tot deze volledig open is. Controleer of
het drukverschil dat is opgewekt door de pomp
zich binnen het prestatiebereik van de pomp
en/of dicht bij het ontworpen werkpunt bevindt.
Sluit de isolatie-afsluiter van de uitlaat of vermin-
der het toerental van de pomp als het debiet het
nominale prestatiebereik overschrijdt of als het
drukverschil lager is dan het nominale prestatie-
bereik.
4. Stel de asafdichting af (alleen voor pakkingbus-
sen). Terwijl de pomp loopt: draai het drukstuk
van de pakkingbus aan tot een lekkage van
40-60 druppels per minuut. Dit is nodig voor sme-
ring van de as. Draai de stopbuspakking gelijk-
matig aan om uniforme druk op de pakkingringen
te verkrijgen. Na de eerste start kunnen extra
pakkingringen nodig zijn om een goede afdich-
ting te verkrijgen.
5. Controleer of de pompeenheid soepel werkt zon-
der abnormaal geluid, trillingen of oververhitting.
Laat een pakkingbus niet drooglopen en
draai het drukstuk van de pakkingbus niet
te strak aan met de bedoeling lekkage te
voorkomen, aangezien de as beschadigd
zal raken.
15