Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Motorbeveiliging - Grundfos LC 232 Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Gerelateerde informatie
6.14.2.1 De pomp handmatig in- en uitschakelen met Grundfos
GO Remote
6.14.2.3 Kiezen wat de pomp moet doen na handmatige
inschakeling
Het volgende kan worden geconfigureerd:
Automatisch terugsturen
Hier selecteert u of de pomp automatisch moet terugkeren naar
een gedefinieerde bedrijfsmodus als de handmatige
inschakeling is beëindigd.
Terug naar
Hier selecteert u of de pomp moet terugkeren naar de
automatische bedrijfsmodus of moet worden uitgschakeld als de
handmatige inschakeling is beëindigd en Automatisch
terugsturen is ingeschakeld.
Geforceerde starttijd
Hier stelt u in hoe lang de pomp moet werken in de handmatige
bedrijfsmodus.
1. Ga naar Instellingen > Handmatig starten.
2. Selecteer Automatisch terugsturen en kies een van de
volgende opties:
• Uitgeschakeld
• Ingeschakeld.
3. Ga één stap terug in het menu en selecteer Terug naar.
4. Kies één van de volgende opties:
• Automatisch
• Uit.
5. Ga één stap terug in het menu en selecteer Geforceerde
starttijd.
6. Stel in hoe lang de pomp moet werken in de handmatige
bedrijfsmodus.
Gerelateerde informatie
6.14.2.1 De pomp handmatig in- en uitschakelen met Grundfos
GO Remote

6.15 Motorbeveiliging

Zorg dat alle instellingen worden uitgevoerd aan de hand
van de vereisten van de pomp en het systeem om
storingen te vermijden.
6.15.1 Oververhittingsbeveiliging
De regelaar biedt thermische beveiliging voor de aangesloten
motoren. Er kunnen twee typen sensoren voor thermische
beveiliging worden aangesloten op de regelaar: een PTC-sensor
(analoog) en een thermische schakelaar (digitaal).
Onder normale bedrijfsomstandigheden werkt de sensor als
kortsluitvoorziening, maar als de temperatuurlimiet is bereikt, wordt
deze geopend en krijgt de regelaar een signaal dat de temperatuur
te hoog is, waarna de pomp wordt uitgeschakeld. Als de
temperatuur weer is gedaald tot het niveau waarop de sensor is
geactiveerd, wordt de normale bedrijfstoestand van de pomp
hersteld. Het is niet mogelijk de pomp handmatig in te schakelen
zolang de temperatuur te hoog is.
Gerelateerde informatie
6.12 Het maximale aantal inschakelingen instellen met Grundfos
GO Remote
8.13 Code 69 (Temperatuur van wikkelingen te hoog)
6.15.2 Beveiliging tegen overbelasting
Gerelateerde informatie
6.12 Het maximale aantal inschakelingen instellen met Grundfos
GO Remote
8.9 Code 48 (Motor is overbelast)
6.15.3 Bescherming tegen vocht
Als een vochtsensor in serie is geschakeld met de
temperatuursensor, moet de regelaar weten hoe kan worden
bepaald of de temperatuur te hoog is of er vochtvorming is
318
opgetreden in de pomp. Als de temperatuur te hoog is, gaat de
temperatuursensor normaal gesproken terug naar de normale stand
zodra de temperatuur weer tot onder het activeringsniveau is
gedaald. Als er sprake is van vochtvorming in de pomp, houdt de
vochtsensor de serieschakeling open totdat de pomp is geopend en
er onderhoud is uitgevoerd.
Als u wilt bepalen welke sensor actief is geweest, moet een
afkoeltijd worden ingevoerd. Dit is de tijd die normaal gesproken
verstrijkt totdat de temperatuur voldoende is gedaald om de
temperatuursensor terug te laten keren naar de normale stand. Als
de afkoeltijd wordt overschreden, gaat de regelaar ervan uit dat er
vochtvorming is opgetreden in de pomp en wordt een vochtalarm
verzonden.
Gerelateerde informatie
6.15.4 De motorbeveiliging instellen met Grundfos GO Remote
6.15.4 De motorbeveiliging instellen met Grundfos GO Remote
U kunt de stroom-, temperatuur- en vochtbeveiliging instellen via
een installatiewizard.
1. Ga naar Instellingen > Motorbeveiliging pomp 1.
2. Volg de wizard op het scherm om het volgende in te stellen:
• Nominale pompstroom
• Uitschakel IEC klasse
• Activeringsklasse P vertraging
• Oververhittingsbeveiliging.
Gerelateerde informatie
2.3.3 De pompkabels en voedingskabels aansluiten
6.12 Het maximale aantal inschakelingen instellen met Grundfos
GO Remote
6.15.3 Bescherming tegen vocht
6.15.5 Uitschakelklassen
6.15.6 Contactorstroombeveiliging (CCP)
8.10 Code 51 (Geblokkeerd)
8.24 Code 220 (Contactor versleten)
6.15.5 Uitschakelklassen
De LC 23X biedt twee manieren van motorbeveiliging:
een instelbare uitschakelklasse (P)
uitschakelklassen volgens de IEC-norm die uitschakelklassen
definieert (5, 10, 20 en 30).
Gerelateerde informatie
6.15.4 De motorbeveiliging instellen met Grundfos GO Remote
6.15.5.1 Uitschakelklasse "P"
De uitschakelvertraging geeft de maximale tijdsduur aan gedurende
welke de overbelasting mag bestaan binnen een periode van 0,1 tot
30 seconden.
Y
1
2
Een voorbeeld met uitschakelvertraging = 4 seconden
3
4
X

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave