6.7 Inschakelvertraging
Met deze functie kan het inschakelen van de pomp worden
vertraagd na inschakeling van de voedingsspanning. Het doel is
storingen in het stroomnet te voorkomen die zouden kunnen
optreden als meerdere pompen onmiddellijk worden ingeschakeld
na inschakeling van de voedingsspanning.
6.7.1 De inschakelvertraging instellen met Grundfos GO
Remote
1. Ga naar Instellingen > Inschakelvertraging.
2. Stel de functie in op Ingeschakeld.
3. Stel de tijdsvertraging in.
6.8 Droogloopbeveiliging
Als de pomp in werking is en het vloeistofniveau in de tank of put tot
onder het droogloopniveau daalt, wordt de pomp uitgeschakeld
door de droogloopbeveiliging om ervoor te zorgen dat de pomp niet
beschadigd raakt.
De droogloopbeveiliging is afhankelijk van een terugkoppelsignaal
van een niveausensor die in de tank of put is geïnstalleerd.
6.8.1 Het droogloopniveau instellen met Grundfos GO Remote
1. Ga naar Instellingen > Niveauregeling > Droogloopniveau.
2. Stel het droogloopniveau in.
Het droogloopniveau moet worden ingesteld op een
waarde die waarborgt dat de pomp niet beschadigd
raakt door drooglopen. Het specifieke niveau is
afhankelijk van het geïnstalleerde pomptype. Zie de
installatie- en bedieningsinstructies voor het product.
6.8.2 Het droogloopniveau instellen via het bedieningspaneel
1. Druk op OK en houd deze ingedrukt totdat het display begint
met knipperen.
2. Stel het droogloopniveau in met de toetsen Omhoog en
Omlaag.
3. Blijf op OK drukken om alle overige instellingen te bevestigen
en de instelling af te sluiten.
6.9 Dezelfde niveauschakelaar gebruiken voor het in- en
uitschakelniveau
1. Stel één digitale ingang in op Start pomp 1 of Stop. Alle andere
digitale ingangen moeten worden uitgeschakeld.
2. Stel een uitschakelvertraging in.
Hiermee wordt voorkomen dat de pomp te vaak wordt in- en
uitgeschakeld.
6.10 Automatische testrun
Deze functie voorkomt dat een pomp wordt gesmoord of vastloopt
ten gevolge van de vorming van afzettingen. De functie wordt
gebruikt in putten die al heel lang geen inlaatdebiet hebben gehad.
De functie zorgt ervoor dat de pomp zo vaak wordt ingeschakeld als
is ingesteld in > Automatische testrun > > Interval. De pomp is in
bedrijf gedurende het aantal seconden dat door de gebruiker is
ingesteld.
6.10.1 De functie voor automatische testrun instellen met
Grundfos GO Remote
1. Ga naar Instellingen > Automatische testrun.
2. Stel de functie in op Ingeschakeld.
3. Stel het tijdsinterval in.
4. Stel de bedrijfstijd in.
6.11 Signaaldetectietijd
De signaaldetectietijd is de minimale tijd die een niveau actief moet
zijn voordat de regelaar een actie initieert zoals het in- of
uitschakelen van een pomp.
6.11.1 De signaaldetectietijd instellen met Grundfos GO
Remote
1. Ga naar Instellingen > Niveauregeling > Signaal detectie
tijd.
2. Stel de signaaldetectietijd in.
6.12 Het maximale aantal inschakelingen instellen met
Grundfos GO Remote
Als de pomp is vastgelopen vanwege de ophoping van afzettingen,
wordt deze automatisch uitgeschakeld vanwege oververhitting, op
voorwaarde dat de motorbeveiliging is ingesteld. Zodra de motor is
afgekoeld zal de regelaar zonder succes proberen de pomp
opnieuw in te schakelen, waarna dit scenario wordt herhaald.
Om dit te voorkomen, is het mogelijk een maximaal aantal
inschakelpogingen binnen een bepaald interval in te stellen.
1. Ga naar Instellingen > Max. aantal keren heropstarten.
2. Schakel de functie in.
3. Stel het interval in waarin het toegestane aantal
inschakelpogingen moet worden geteld.
4. Stel het maximale aantal inschakelpogingen voor een pomp in
dat gedurende het ingestelde interval is toegestaan.
Gerelateerde informatie
6.15.4 De motorbeveiliging instellen met Grundfos GO Remote
6.15.1 Oververhittingsbeveiliging
6.15.2 Beveiliging tegen overbelasting
8.3 Code 4 (Motor te vaak opnieuw ingeschakeld)
6.13 Het service-interval instellen met Grundfos GO
Remote
U kunt een tijd instellen in Grundfos GO Remote om een
herinnering te krijgen dat onderhoud op de pomp moet worden
uitgevoerd wanneer deze tijd aanbreekt.
1. Ga naar Instellingen > Service > Toestand
2. Selecteer Inschakelen en druk op OK.
3. Selecteer de pomp.
4. Voer het aantal uren tot aan de volgende servicebeurt in en druk
op OK.
6.14 Het product bedienen
6.14.1 Automatisch bedrijf
In de automatische bedrijfsmodus schakelt de regelaar de pomp in
en uit op basis van de signalen die worden ontvangen van de
aangesloten niveausensoren en de overeenkomstige niveau-
instellingen binnen de regelaar.
Gerelateerde informatie
4.4 Toepassingstypen
6.14.2 Handmatige bediening
6.14.2.1 De pomp handmatig in- en uitschakelen met Grundfos
GO Remote
1. Ga naar Instellingen > Besturing, pomp 1.
2. Start de pomp door Aan te selecteren en op OK te drukken.
3. Start de pomp door Uit te selecteren en op OK te drukken.
Gerelateerde informatie
6.14.2.3 Kiezen wat de pomp moet doen na handmatige
inschakeling
6.14.2.2 De pomp handmatig in- en uitschakelen met het
bedieningspaneel
6.14.2.2 De pomp handmatig in- en uitschakelen met het
bedieningspaneel
1. U kunt een pomp handmatig inschakelen door op de toets
Pomp te drukken en deze ingedrukt te houden totdat de pomp
wordt ingeschakeld.
Het signaallampje On gaat branden als de pomp werkt in de
handmatige modus.
2. Schakel de pomp uit door op de toets Pomp te drukken.
Het signaallampje Off brandt wanneer de pomp is
uitgeschakeld.
317