OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Voorzorgsmaatregelen voor opname met
de belichtingsfunctie
• U kunt mogelijk niet de helderheid verkrijgen die u wilt
wanneer u een beeld aan het opnemen bent dat bijzonder
donker of juist erg helder is. Mocht dit het geval zijn,
gebruik dan de M functie (handmatige belichting) om de
lensopening en de sluitersnelheid met de hand bij te
stellen.
• U kunt de "BULB" instelling tijdens de S functie
(sluitersnelheid prioriteit AE) of M functie (handmatige
belichting) selecteren.
• Met de "BULB" instelling vindt belichting plaats zolang u
de sluitertoets ingedrukt houdt tot maximaal 60 seconden.
• Merk op dat bij het gebruik van de "BULB" instelling de
bediening voor de opnamefunctie bij de
kaartafstandsbediening (pagina 148) anders is dan de
bediening voor de opnamefunctie op de camera.
• Bij gebruik van een langzame sluitersnelheid kan digitale
ruis (korreligheid) verschijnen in het beeld. Om dit effect
te reduceren voert de camera automatisch
ruisonderdrukking uit wanneer de sluitersnelheid 1/8ste
seconde of langzamer is. Hoe langzamer de
sluitersnelheid des te groter de kans op digitale ruis in het
beeld. Mocht u bij heel langzame sluitersnelheden digitale
ruis bespeuren in het beeld probeer dan een instelling te
gebruiken voor de sluitersnelheid die in ieder geval
sneller dan vier seconden is. Merk ook op dat de
procedure voor ruisonderdrukking het opnemen van een
beeld vertraagd (het duurt twee keer zo lang of langer
dan de instelling van de sluitersnelheid).
• Bij een sluitersnelheid langzamer dan 1 seconde kan de
helderheid van het opgenomen mogelijk afwijken van de
helderheid van het beeld dat verschijnt in het
beeldscherm.
98