OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Terugstellen (reset) van de camera
Gebruik de volgende procedure om alle instellingen van de
camera terug te stellen (reset) tot hun oorspronkelijke
defaultwaarden zoals aangegeven bij "Menureferentie" op
pagina 249.
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) of
tijdens de weergavefunctie (PLAY) op
[MENU].
2.
Selecteer de "Set Up" (instelling) tab,
selecteer "Reset" (resetten) en druk daarna
op [ ].
3.
Gebruik [ ] en [ ] om "Reset" (resetten) te
selecteren en druk vervolgens op [SET].
• Selecteer "Cancel" (annuleren) en druk op [SET] als
u deze procedure wilt annuleren zonder de camera
terug te stellen.
Gebruiken van het snelkoppelmenu
(Ex Menu)
Door indrukken van [EX
verkregen dat u kunt gebruiken om de instellingen voor de
witbalans, de ISO gevoeligheid, meten en het AF gebied te
configureren.
1.
Druk tijdens een
opnamefunctie (REC)
op [EX
].
2.
Selecteer het gewenste item d.m.v. [ ] en [ ]
en gebruik dan [ ] en [ ] om door de
geschikbare instellingen te bladereren.
• Zie de volgende pagina's voor details aangaande elk
van de instellingen.
— Bijstellen van de witbalans (pagina 90)
— Specificeren van de ISO gevoeligheid (pagina 133)
— Specificeren van de meetfunctie (pagina 135)
— Specificeren van het bereik van autofocus (pagina
82)
143
] wordt een snelkoppelmenu