ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
LET OP
• De "2 sec" instelling voor de zelfontspanner is het
beste voor het opnemen met een langzame
sluitersnelheid omdat het helpt bij het voorkomen
van vlekkerige beelden doordat de camera wordt
bewogen.
• De volgende functies zijn niet beschikbaar voor
gebruik samen met de drievoudige zelfontspanner.
BULB (pagina's 95, 96), doorlopende sluiter (pagina
100), automatische klassefunctie (pagina 105),
Coupling Shot (pagina 117), Pre-shot (pagina 119)
Specificeren van de beeldgrootte
"Beeldgrootte" is de grootte van het beeld uitgedrukt als het
aantal verticale en horizontale beeldpunten. Een
"beeldpunt" is één van de vele kleine puntjes die samen het
beeld vormen. Meer beeldpunten geven meer details
wanneer een beeld wordt afgedrukt maar een groter aantal
beeldpunten is er ook de oorzaak van dat het beeldbestand
groter is en meer geheugen in beslag neemt. U kunt een
beeldgrootte selecteren die voldoet aan uw behoefte voor
een gedetailleerder beeld of een kleiner bestandformaat.
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Gebruik [ ] en [ ] om de "REC" (opname) tab
te selecteren.
3.
Gebruik [ ] en [ ] om "Size" (afmetingen) te
selecteren en druk vervolgens op [ ].
4.
Gebruik [ ] en [ ] om het gewenste
beeldformaat te selecteren en druk
vervolgens op [SET].
• Bij het selecteren van de beeldgrootte (het
beeldformaat), zullen de beeldgroottewaarde (aantal
beeldpunten) en het corresponderende
afdrukformaat beurtelings worden weergegeven. Het
afdrukformaat geeft het optimale papierformaat aan
waarop u een beeld kunt afdrukken voor het door u
geselecteerde beeldformaat.
77