WEERGAVE
4.
Gebruik de zoomregelaar om het trimkader te
vergroten of te verkleinen.
• De afmetingen van het trimkader hangen af van de
afmetingen van het beeld op de display.
5.
Gebruik om het trimkader te verplaatsen [ ],
[ ], [ ] en [ ] totdat het gebied van het beeld
dat u wilt extraheren zich binnen het kader
bevindt.
6.
Druk op [SET] om het deel van het beeld te
extraheren dat zich binnen het trimkader
bevindt.
• Druk op [MENU] als u de procedure op een gegeven
moment toch wilt annuleren.
BELANGRIJK!
• Door een beeld te trimmen wordt een nieuw bestand
gecreëerd dat het getrimde beeld bevat. Het bestand
met het oorspronkelijke beeld blijft ook in het
geheugen.
• Hoe kleiner het beeld des te beperkter zullen de
afmetingen van het trimkader zijn.
• U kunt het trimkader niet van grootte veranderen
voor een beeld dat 640 × 460 beeldpunten is.
• Beelden die opgenomen zijn in het 3072 × 2048 (3:2)
beeldformaat kunnen niet worden getrimd.
• Beelden opgenomen met de filmfunctie en de iconen
van spraakopnamebestanden kunnen niet worden
getrimd.
• Een beeld dat opgenomen is met een ander model
camera kan niet worden getrimd.
• Als de boodschap "This function is not supported for
this file." (deze functie wordt niet ondersteund voor
dit bestand) verschijnt, houdt dat in dat de
afmetingen van het huidige beeld niet kunnen
worden getrimd.
• Het trimmen kan niet worden uitgevoerd als er niet
genoeg ruimte in het geheugen is om het getrimde
beeld op te slaan.
• Wanneer u een beeld dat getrimd werd weergeeft via
het beeldscherm van de camera, geven de datum en
de tijd aan wanneer het beeld oorspronkelijk
opgenomen was, niet wanneer het beeld getrimd
werd.
162