Knop D
De parkeerhulp wordt in- en uitge‐
schakeld door de knop D in te druk‐
ken. Als de auto uitgerust is met par‐
keerhulp en geavanceerde parkeer‐
hulp 3 191, worden beide systemen
met dezelfde knop geregeld.
Druk eenmaal kort op de knop D om
de parkeerhulp in- of uit te schakelen.
Om de geavanceerde parkeerhulp in-
of uit te schakelen, de knop D ge‐
durende ongeveer een seconde in‐
drukken.
Als één systeem actief is, kan er tus‐
sen beide systemen worden gescha‐
keld door de knop korter of langer in
te drukken.
Inschakelen
Wanneer u de achteruit inschakelt,
wordt het systeem automatisch geac‐
tiveerd.
U kunt de parkeerhulp voor ook bij
een lage snelheid inschakelen door
de parkeerhulpknop D kort in te
drukken.
Een brandende led in de parkeerhulp‐
knop geeft aan dat het systeem klaar
voor gebruik is.
Afhankelijk van welke sensor het
dichtst bij een obstakel is, hoort u het
zoemgeluid van de respectieve sen‐
sors. De geluidssignalen volgen el‐
Rijden en bediening
kaar sneller op naarmate de afstand
tot het obstakel afneemt. Is de af‐
stand kleiner dan 30 cm, dan klinkt er
een continu geluidssignaal.
Afhankelijk van de versie wordt de af‐
stand tot het obstakel aan de voor‐
kant aangegeven in het Driver Infor‐
mation Centre door het veranderen
van segmenten.
Als u een keer op de knop D drukt
binnen een contactcyclus, wordt de
parkeerhulp vooraan altijd opnieuw
ingeschakeld wanneer de voertuig‐
snelheid onder een bepaalde waarde
komt.
189