Instellingen sportmodus
U kunt de functies kiezen die in de
sportmodus worden geactiveerd
3 170.
■ Sportophanging: Demping wordt
stugger.
■ Sportieve prestaties: Gasaanname
en schakelkarakteristieken worden
sneller.
■ Sportbesturing: de stuurbekrachti‐
ging werkt minder goed.
■ Kleur dashboardverl. wisselen: In‐
strumentenverlichting verandert
van kleur.
Talen
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie klok 3 101.
Radio-instellingen
Zie beschrijving voor het Infotain‐
mentsysteem in de handleiding bij het
Infotainmentsysteem.
Instrumenten en bedieningsorganen
Telefooninstellingen
Zie beschrijving voor het Infotain‐
mentsysteem in de handleiding bij het
Infotainmentsysteem.
Navigatie-instellingen
Zie beschrijving voor het Infotain‐
mentsysteem in de handleiding bij het
Infotainmentsysteem.
Auto-instellingen
■ Klimaat- en luchtkwaliteit
Ventilatorregeling: Wijzigt de venti‐
latorregeling. De gewijzigde instel‐
ling wordt actief nadat het contact
uit- en vervolgens weer ingescha‐
keld wordt.
Airconditioning: Activeert of deacti‐
veert de koeling wanneer het con‐
tact wordt ingeschakeld of hanteert
de laatst gekozen instelling.
Autom. ontwasemen: ondersteunt
het ontvochtigen van de voorruit
door het automatisch selecteren
van de vereiste instellingen en de
automatische aircomodus.
Autom. achterruitverwarming : Ac‐
tiveert de automatische achterruit‐
verwarming.
131