188
Rijden en bediening
In zeldzame gevallen kan het preven‐
tief remsysteem kort automatisch
remmen in situaties waarin dat onno‐
dig lijkt te zijn, bijvoorbeeld als er ver‐
keersborden in een bocht staan of
door auto's die zich in een andere rij‐
strook bevinden. Dit behoort bij de
normale werking van het systeem, de
auto behoeft geen onderhoud. Trap
het gaspedaal stevig in om het auto‐
matisch remmen op te heffen.
Instellingen
Instellingen kunt u veranderen in het
menu Voorbereiding aanrijding in de
persoonlijke instellingen 3 127.
Storing
In geval een systeem onderhoud of
reparatie nodig heeft, ziet u een mel‐
ding op het Driver Information Centre.
Als het systeem niet naar behoren
functioneert, verschijnen er berichten
in het Driver Information Centre.
Boordinformatie 3 120.
Parkeerhulp
De parkeerhulp meet de afstand tus‐
sen uw auto en eventuele obstakels,
wat het parkeren vergemakkelijkt, en
geeft geluidssignalen. De bestuurder
is en blijft echter verantwoordelijk bij
het parkeren.
Het systeem maakt gebruik van vier
ultrasoonsensoren die in de voor- en
achterbumpers zijn gemonteerd.
Het systeem gebruikt twee verschil‐
lende frequenties voor de sensors
voor en achter. Ze hebben beide een
ander geluid.
Controlelamp r 3 111.