Uitlaatgassen
9 Gevaar
Motoruitlaatgassen bevatten het
giftige en bovendien kleur- en
geurloze koolmonoxide dat bij in‐
ademen levensgevaarlijk kan zijn.
Wanneer uitlaatgassen in de pas‐
sagiersruimte dringen, de ruiten
openen. Oorzaak van de storing
door een werkplaats laten verhel‐
pen.
Niet met een geopende achterklep
rijden, aangezien er dan uitlaat‐
gassen de passagiersruimte bin‐
nen kunnen dringen.
Roetfilter
Het roetfilter verwijdert schadelijke
roetdeeltjes uit de uitlaatgassen. Het
systeem heeft een zelfreinigende
functie die tijdens het rijden automa‐
tisch wordt geactiveerd, zonder dat
hier een bericht over verschijnt. Het
filter wordt geregenereerd door ach‐
tergebleven roetdeeltjes periodiek bij
een hoge temperatuur te verbranden.
Dit proces vindt in bepaalde rijom‐
standigheden automatisch plaats en
kan tot 25 minuten duren. Dit heeft
normaal tussen 7 en 12 minuten no‐
dig. Autostop is niet beschikbaar en
het brandstofverbruik kan in deze pe‐
riode hoger zijn. Enige geur- en rook‐
ontwikkeling tijdens deze procedure
is normaal.
In bepaalde rijomstandigheden, zoals
bij korte ritten, kan het systeem zich‐
zelf niet automatisch reinigen.
Wanneer het filter geregenereerd
moet worden maar de recente rijom‐
standigheden geen automatische re‐
Rijden en bediening
generatie toelieten, knippert controle‐
lamp %. Tegelijkertijd verschijnt
Roetfilter is vol, rijd door of
waarschuwingscode 55 op het Driver
Information Centre.
% brandt wanneer het roetfilter vol is.
Start het regeneratieproces zo spoe‐
dig mogelijk.
% knippert wanneer de maximale
verzadigingsgraad van het filter is be‐
reikt. Start het regeneratieproces on‐
middellijk om schade aan de motor te
voorkomen.
Regeneratieproces
Blijf rijden om het regeneratieproces
te activeren en houd het motortoeren‐
tal boven 2000 1/min. Zo nodig terug‐
schakelen. De reiniging van het roet‐
filter wordt dan gestart.
Als ook g gaat branden is regene‐
ratie niet mogelijk. Roep de hulp van
een werkplaats in.
161