Druk op de knop SET/CLR om een
functie te kiezen of om een bericht te
bevestigen.
Informatiemenu voertuig
Druk op de knop MENU om de
Informatiemenu voertuig te selecte‐
ren, of selecteer X op het Uplevel-
Combi-display.
Draai aan het stelwiel om een van de
submenu's te kiezen. Druk ter beves‐
tiging op de knop SET/CLR.
Volg de instructies in de submenu's.
Instrumenten en bedieningsorganen
Mogelijke submenu's voor de vol‐
gende functies:
■ Eenheid: u kunt de eenheden op de
displays wijzigen
■ Bandenspanning: controleert de
bandenspanning van alle banden
onder het rijden 3 236
■ Resterende levensduur van olie:
geeft aan wanneer de motorolie
ververst en het filter vervangen
moet worden 3 105
■ Snelheidswaarschuwing: bij over‐
schrijding van ingestelde snel‐
heidslimiet klinkt er een geluidssig‐
naal
■ Verkeersbordherkenning: geeft
herkende verkeersborden weer
voor het huidige gedeelte van de
route 3 198
■ De indicatie afstand tot voorligger:
toont de afstand tot een bewe‐
gende voorligger 3 186
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐
ken in Midlevel-, Uplevel-, en Uplevel-
Combi-display.
Informatiemenu dagteller/
brandst.
Druk op de knop MENU om de
Informatiemenu dagteller/brandst. te
selecteren, of selecteer W op het
Uplevel-Combi-display.
Draai aan het stelwiel om een van de
submenu's te kiezen. Druk ter beves‐
tiging op de knop SET/CLR.
117