4
5
6
7
8
9
108
Door middel van de toets bedrijfsmodus de gewenste MIG/MAG-bedrijfsmodus kie-
zen:
2-stapsproces
4-stapsproces
Speciale 4-stapswerking (lasstart aluminium)
Spotlassen
De instelling van de parameter voor de bedrijfscycli speciale 4-stap en spotlassen
staat in het Setup-menu beschreven.
OPMERKING!
Parameters die op een bedieningspaneel van een systeemonderdeel worden
ingesteld (bijv. draadtoevoer of afstandsbediening) kunnen onder voorwaar-
den niet op het bedieningspaneel van de stroombron worden gewijzigd.
Door middel van de toets Parameterkeuze de gewenste lasparameter kiezen waar-
mee het lasvermogen moet worden bepaald:
Plaatdikte
Lasstroom
Draadsnelheid
Gekozen parameters met het stelwiel op de gewenste waarde instellen. De waarde
van de parameters wordt op het daarvoor geschikte digitale scherm getoond.
De parameters plaatdikte, lasstroom, draadsnelheid en lasspanning zijn rechtstreeks
met elkaar verbonden. Het is voldoende om een van de parameters te wijzigen, aan-
gezien de rest van de parameters daar meteen op worden afgestemd.
In beginsel blijven alle door middel van het instelwiel of de steltoetsen op de lasbran-
der ingestelde gewenste parameterwaarden tot de volgende wijziging opgeslagen.
Dat geldt ook als de stroombron tussentijds wordt uitgeschakeld en weer ingescha-
keld.
Open het gasflesventiel
Stel de beschermgashoeveelheid in:
Toets Purge (Gascontrole) indrukken
-
Draai de stelschroef aan de onderkant van de drukverminderaar totdat de
manometer de gewenste gashoeveelheid aangeeft
VOORZICHTIG!
Gevaar voor schade aan personen en eigendommen door elektrische schok
en vrijkomende draadelektrode.
Bij het indrukken van de brandertoets
▶
Lasbrander van gezicht en lichaam weghouden
▶
Lasbrander niet op personen richten
▶
Erop letten dat de draadelektrode geen elektrisch geleidende of geaarde delen
raakt (bijv. behuizingen enz.)
Brandertoets indrukken en laswerkzaamheid beginnen