Onderhoudshandleiding
308012NL, Uitgave 1B
juni 2007
Softwareconfiguratie - Analoge uitgangen
U kunt verschillende bronnen kiezen voor de analoge uitgang. De Upper
Range value (bovenlimiet) voor het analoge uitgangssignaal is 20mA en
de Lower Range value (onderlimiet) is 4 mA.
De volgende bronnen (meetvariabelen) zijn beschikbaar voor de analoge
uitgang:
1
2
Er zijn vijf verschillende alarmmodes beschikbaar, zie
"Alarmmodusinstellingen" op pagina 4-31 voor meer informatie.
Ga als volgt te werk om het analoge uitgangssignaal te
configureren:
1
Selecteer het gewenste apparaatpictogram in het werkruimtevenster van
WinSetup.
2
Klik met de rechtermuisknop, kies de optie Properties en selecteer het
tabblad Configuration.
3
Klik op de knop Analog Output.
Level, Ullage, Level Rate, Amplitude, Volume en Observed
density (de boven- en onderlimiet van het bereik kunnen worden
gewijzigd in het invoerveld Range Values).
RTG AvgLiqTemp, RF Head Temp, DAU AvgLiqTemp,
GasPressure, Liquid pressure, Gas Temp, LiquidTemp en
Free Water Level (de boven- en onderlimiet van het bereik kun-
nen worden gewijzigd in Holding Registers 2144 en 2146).
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 4 Onderhoud
4-29