Download Print deze pagina

Emerson Rosemount TankRadar REX Onderhoudshandleiding pagina 137

Advertenties

Onderhoudshandleiding
308012NL, Uitgave 1B
juni 2007
6.
Lokaliseren van storingen
SYMPTOOM
OORZAAK
Geen contact met
Foutieve aansluiting van
RTG of auto-
TRL/2-bus.
nome DAU
Verkeerd adres of verkeerde een-
heid-ID.
Analysecommunicatie.
Veldbus aangesloten op ver-
keerde communicatiepoort op de
pc.
Verkeerde of foutieve kabelaan-
sluiting tussen pc en FBM.
Eenheid aangesloten op verkeerde
veldbuspoort van de FCU (als een
FCU aanwezig is).
Groepsbus aangesloten op ver-
keerde communicatiepoort op de
pc (als een FCU aanwezig is).
Defecte FCM-kaart (als een FCU
aanwezig is).
Defect veldbusmodem, FBM.
Geen contact met
Zie hierboven.
slave-DAU
Geen contact met gekoppelde
RTG.
Verkeerde configuratie van RTG.
Verkeerde voeding van RTG
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 6 Lokaliseren van storingen
ACTIE
Controleer de draden van de
TRL/2-bus.
Controleer en corrigeer indien
nodig het adres en de eenheid-ID
in TankMaster.
Controleer de LED's op de FCU
(als een FCU aanwezig is).
Controleer het adres van de een-
heid en kijk of de communicatie-
poort ermee overeenkomt.
Controleer of alle signalen van de
RS 232 zijn aangesloten volgens
de installatietekening.
Controleer of de eenheid is aan-
gesloten op de juiste veldbuspoort
op de FCU.
Controleer het adres van de een-
heid en kijk of de communicatie-
poort ermee overeenkomt.
Vervang de FCM-kaarten om de
defecte kaart te identificeren.
Vervang het FBM.
Controleer de punten hierboven.
Controleer de punten hierboven.
Controleer de RTG-configuratie in
TankMaster.
Controleer de voeding door de
spanning te meten tussen pennen
6 en 7 van de DAU-connector. De
spanning moet ongeveer 5,5 V zijn.
Controleer de barrièrekaart in de elek-
tronische eenheid in de RTG.
6-1

Advertenties

loading