Download Print deze pagina

Advertenties

Onderhoudshandleiding
308012NL, Uitgave 1B
juni 2007
Onderhouds handleiding
P r o d u c t n i e t l a n g e r l e v e r b a a r '
www.rosemount-tg.com

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Emerson Rosemount TankRadar REX

  • Pagina 1 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B juni 2007 Onderhouds handleiding P r o d u c t n i e t l a n g e r l e v e r b a a r ' www.rosemount-tg.com...
  • Pagina 3 Onderhoudshandleiding Eerste uitgave/Rev. B Copyright oktober 2007 © Rosemount Tank Radar AB www.rosemount-tg.com...
  • Pagina 4 Installatie op een niet-metalen tank is niet gecertificeerd en niet toegestaan. Het FCC-certificaat voor Rosemount TankRadar REX vereist dat de tank gesloten is wat de emissie van radio-energie betreft. Tanks met open mangaten, uitwendig vlottend dak zonder standpijpen etc. vallen niet onder het certificaat.
  • Pagina 5 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount TankRadar REX juni 2007 Inhoud Inhoud ....1-1 ESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM ........2-1 EILIGHEID INTRINSIEKE VEILIGHEID .
  • Pagina 6 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount TankRadar REX Inhoud juni 2007 AFSTANDSDISPLAY-EENHEID 40 (RDU 40) ....3-39 3.4.1 Technische gegevens ......3-39 .
  • Pagina 7 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount TankRadar REX juni 2007 Inhoud RDU 40 ..........4-72 4.5.1...
  • Pagina 8 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount TankRadar REX Inhoud juni 2007 TOC-6...
  • Pagina 9 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 1 Beschrijving van het systeem Beschrijving van het systeem Het TankRadar REX-systeem is een monitoring- en regelsysteem voor het meten van tankniveaus. Op het systeem kunnen diverse sensoren worden aangesloten, zoals temperatuur- en druksensoren, voor een compleet voorraadbeheer.
  • Pagina 10 25 kg (met uitzondering van de drukflens etc. voor de LPG/LNG-meter). De diverse TankRadar- onderdelen kunnen dus door één persoon naar bovenop de tank worden gedragen voor montage. Lees de Technische beschrijving voor een meer gedetailleerde beschrijving van het Rosemount TankRadar REX-systeem.
  • Pagina 11 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 1 Beschrijving van het systeem De basisonderdelen van het TankRadar REX-systeem zijn: • De radartankmeter, RTG, is een intelligent explosieveilig instru- ment dat het niveau van een product in een tank meet. Vier ver- schillende tankverbindingseenheden kunnen worden bevestigd voor vele verschillende toepassingen.
  • Pagina 12 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 1 Beschrijving van het systeem juni 2007...
  • Pagina 13 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 2 Veiligheid Veiligheid De TankRadar REX-apparatuur wordt vaak gebruikt in gebieden waar brandbaar materiaal wordt gehanteerd en waar een explosieve atmosfeer aanwezig kan zijn. Om de infrastructuur en het personeel te beschermen, dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen om te waarborgen dat deze atmosfeer niet ontbrandt.
  • Pagina 14 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Veiligheid juni 2007 BELANGRIJK! Bij het lokaliseren van storingen en reparatiewerkzaamheden aan componenten in of in verbinding met intrinsiek veilige apparatuur, moeten de volgende regels strikt worden nageleefd: • Koppel de voeding van de radartankme- ters, de autonome gegevensverzamelingseenheden of veld- communicatie-eenheden los.
  • Pagina 15 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten Beschrijving van de apparaten REX RTG 3.1.1 Overzicht De radartankmeter REX, RTG REX, is een autonoom afstandsmeetapparaat. De afstands- en niveauberekeningen worden continu uitgevoerd in de radartankmeter. Op verzoek van een master kan de RTG de niveau-, status- en andere informatie verzenden via de veldbus.
  • Pagina 16 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.1.2 Technische gegevens, RTG 3900 De volgende specificatie geldt voor de standaardversie van de RTG 3900: Omgevingstemperatuur -40° C tot +70° C (-40 °F tot +158 °F). Explosiebescherming EEx d[ia] IIB T6 (EN50014, EN50018 en EN50020 Europa)
  • Pagina 17 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten 3.1.3 Antennetypen De hoornantenne, RTG 3920 De hoornantenne is bedoeld voor het gebruik van een 8 inch-antenne in kleine openingen van tanks zonder vast dak. De RTG 3920 is bedoeld voor het meten van diverse olieproducten en chemicaliën.
  • Pagina 18 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 De paraboolantenne, RTG 3930 De paraboolantenne RTG 3930 meet het niveau van alle soorten vloeistoffen, van lichte producten tot bitumen/asfalt. De meter is bedoeld voor montage op tanks met vast dak en heeft een “handelsdoeleinden”- nauwkeurigheid.
  • Pagina 19 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten De standpijpniveaumeter, RTG 3940 De standpijpniveaumeter wordt gebruikt voor tanks met standpijpen en voor alle producten die geschikt zijn voor standpijpen. De meter plant de radargolven voort met gering verlies, waardoor de invloed van de standpijptoestand vrijwel wordt...
  • Pagina 20 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 De LPN/LNG-meter, RTG 3960 De RTG 3960 is bedoeld voor niveaumeting in LPG- en LNG- tanks. Een standpijp van 4 inch wordt gebruikt als golfgeleider voor de meting.
  • Pagina 21 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten Technische gegevens, RTG 3960 Instrumentnauw- 0,5 mm* keurigheid Maximale instrumentaf- 0,8 mm wijking Bedrijfstemperatuur in Max. +230° C (+445° C) tank Omgevingstemperatuur -40° C tot +70° C (-40°...
  • Pagina 22 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.1.4 Meetprincipe Met behulp van de FMCW-methode (Frequency Modulated Continuous Wave) zendt REX een microgolfsignaal met een continu variërende frequentie naar het vloeistofoppervlak. Wanneer het gereflecteerde signaal terugkeert naar de antenne, wordt het gemengd met het uitgaande signaal.
  • Pagina 23 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten Fast Fourier Transformation - FFT REX maakt gebruik van FFT, een wijd verspreide signaalverwerkingstechniek, om een frequentiespectrum te verkrijgen van alle echo’s in de tank. Van dit frequentiespectrum wordt het oppervlakniveau afgeleid.
  • Pagina 24 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.1.5 Elektronica van transmitterkop De elektronica is ondergebracht in een verwisselbare eenheid in de explosieveilige transmitterkop. Een hoge meetnauwkeurigheid wordt bereikt door het gebruik van digitale referentiecircuits en door het regelen van de interne temperatuur met een intern verwarmingselement.
  • Pagina 25 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten Signaalverwerkingskaart (SPC) De SPC is hoofdzakelijk een digitale verwerkingskaart voor geavanceerde signaal- en communicatieverwerking en voor de afhandeling van hulpfuncties. Analoge verwerkingskaart (APC) De APC wordt gebruikt voor het filteren en multiplexen van analoge ingangssignalen.
  • Pagina 26 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.1.6 Schrijfbeveiliging (metrologische verzegeling) Een deel van de geheugenruimte in de elektronische eenheid is van het EEPROM-type (elektrisch wisbaar en programmeerbaar leesgeheugen). Het bijwerken van programma’s en databases kan gebeuren via de veldbus zonder de veiligheidsbehuizing te openen.
  • Pagina 27 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten 3.1.7 Interne berekeningen TankRadar REX is zo ontworpen dat voorraadberekeningen rechtstreeks in de meter gebeuren voor verdere verwerking door een DCS-systeem of dat een nauwkeurige input wordt gegeven voor tankberekeningen op een andere computer.
  • Pagina 28 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.1.8 Ingangen en uitgangen Ingangen De meter beschikt over: • max. 6 temperatuuringangen rechtstreeks in de meter. • max. 14 temperatuuringangen naar elke meter via een afzonder- lijke gegevensverzamelingseenheid.
  • Pagina 29 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten Technische gegevens, relaisuitgangen 250 V, 4A Contactspanning (resis- tieve belasting) Levensduur van het 100.000 omschakelingen contact Technische gegevens, analoge uitgang Type Analoge stroomlus van 4-20 mA, pas- sieve of actieve uitgang (externe of interne lusvoeding) Galvanische isolatie...
  • Pagina 30 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.1.9 Databaseregisters Ullage Opslagregister In de opslagregisters worden de diverse transmitterparameters bewaard die de meetprestaties Opsla Invoerr bepalen. De database wordt opgeslagen in het niet-vluchtige EEPROM- geheugen.
  • Pagina 31 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten In het onderstaande overzicht worden enkele vaak gebruikte databaseregisters beschreven. Correctiewaarden Eenheid-ID Elke RTG, DAU en FCU heeft een unieke eenheid-ID waarmee de eenheid kan worden geïdentificeerd bij het installeren van een REX-systeem.
  • Pagina 32 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 Tankafmetingen Tankreferentie- De tankreferentiehoogte (R) is de afstand tus- hoogte (R) sen het tankreferentiepunt en het nulniveau (Dipping Datum Point) op de bodem van de tank.
  • Pagina 33 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten 3.1.10 Tankgeometrie De volgende parameters worden gebruikt voor de configuratie van de tankgeometrie van een REX-transmitter: Tankreferentiepunt RTG- referentie- afstand (G) RTG-referentiepunt RTG-referentiepunt Verwijderings- Tank-ullage afstand RTG-ullage...
  • Pagina 34 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.1.11 Beschrijving van de software De REX-transmitter bevat software voor het regelen van de meting, communicatie, etc. Elk programma kan worden vervangen door het EEPROM te vervangen of door een nieuw programma te downloaden via de TRL/2-bus.
  • Pagina 35 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten Veldcommunicatie-eenheid (FCU) De veldcommunicatie-eenheid FCU fungeert als master van de communicatie op de veldbus en als slave op de groepsbus. De FCU is een intelligente dataconcentrator die continu invoergegevens verzamelt van een groep radartankmeters en gegevensverzamelingseenheden en deze opslaat in een buffergeheugen.
  • Pagina 36 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.2.1 Veldbus- en groepsbuscommunicatie De veldcommunicatie-eenheid heeft zes communicatiepoorten, X1 t/m X6. De standaardconfiguratie is zes TCM-interfacekaarten met vier TRL/2-veldbuspoorten (FB) en twee TRL/2-groepsbuspoorten (GB). Als alternatief kunnen de FCM-kaarten op de groeps- en veldbuspoorten worden vervangen door FCI-kaarten voor RS-485-communicatie.
  • Pagina 37 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten 3.2.2 Ingangs- en databaseregisters Het invoerregister is een dynamisch register waarin de waarden worden opgeslagen die de FCU via de TRL/2-bus ontvangt van aangesloten slave-eenheden (RTG’s, DAU’s). Niveau-, temperatuur- en andere gemeten gegevens worden opgeslagen in het invoerregister en op verzoek verzonden naar de master.
  • Pagina 38 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 Het veldbusproces scant de slave-eenheden als een master. Het resultaat van de aanvragen wordt opgeslagen in de standaard gegevensregisters. Het proces kan ook aanvragen ontvangen van de groepsbus, via het speciale opdrachtproces, die worden verzonden via de veldbus.
  • Pagina 39 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten Gegevensverzamelingseenheid (DAU) 3.3.1 Overzicht De gegevensverzamelingseenheid, DAU, is een aanvulling op de radartankmeter. Er zijn twee versies: de slave-DAU en de autonome DAU. Figuur 3-15. Slave-DAU en autonome DAU. Beide typen hebben aansluitmogelijkheden voor temperatuurmeting.
  • Pagina 40 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.3.3 Slave-gegevensverzamelingseenheid (slave-DAU) De slave-DAU is intrinsiek veilig en wordt aangesloten op de radartankmeter op dezelfde tank. Hij wordt van stroom voorzien en communiceert via de barrière-eenheidskaart in de radartankmeter. Kabelingange Figuur 3-16.
  • Pagina 41 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten 3.3.4 Autonome DAU Naast temperatuurmeting biedt de autonome DAU vier analoge ingangen, acht digitale ingangen en vier relaisuitgangen. De autonome DAU communiceert rechtstreeks via de TRL/2-bus. Niet intrinsiek veilige kabeluitgangen voor voeding, TRL/2-veldbus en relaisuitgang.
  • Pagina 42 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 Technische gegevens voor DAU 2130 Explosiebescherming Klasse 1, Div. I, Groepen C en D (UL1203, UL913 Verenigde Staten). EEx d[ai] IIB T4 (EN50014, EN50018 en EN50020 Europa) Voeding 115 of 230 VAC, +10% tot -15%, 50-60 Hz,...
  • Pagina 43 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten 3.3.5 Elektronica De hoofdprintkaart van de slave-DAU wordt DMB, of DAU Minimum Board, genoemd. De hoofdkaart van de autonome DAU heet DXB, of DAU eXtended Board. DXB en DMB gebruiken dezelfde kaart, maar de DMB wordt niet volledig ingenomen door schakelingen.
  • Pagina 44 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.3.6 Temperatuurmeting Temperatuursensoren Het meten van de producttemperatuur is noodzakelijk voor een correcte voorraadberekening. Op elke gegevensverzamelingseenheid kunnen maximaal 14 temperatuursensoren worden aangesloten. De temperatuurelementen worden in een buis geplaatst, die wordt verankerd op de bodem van de tank.
  • Pagina 45 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten 3.3.7 RTD-multiplexer Er is een RTD-multiplexer voor het multiplexen van de signalen van de weerstandstemperatuurdetectors (RTD’s). Zie Figuur 3-19. Kanaal 0 is aangesloten op een precisiereferentieweerstand van 100 Ω (nauwkeurigheid van 0,01%) die zich op de DXB of DMB bevindt.
  • Pagina 46 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.3.8 Software van DAU De software in de DAU werkt binnen de context die wordt getoond in Figuur 3-20. De software bestaat uit diverse modules, taken genoemd. De taken worden uitgevoerd met de volgende prioriteiten: Taak 1: Timer...
  • Pagina 47 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten 3.3.9 Databaseregisters De database van de DAU wordt opgeslagen in een niet-vluchtig geheugen (de gegevens blijven bewaard na het uitschakelen van de spanning), een seriële EEPROM. De database wordt gekopieerd naar een deel van het RAM dat dienst doet als schaduw-RAM om de prestaties te verhogen wanneer toegang wordt gezocht tot de database.
  • Pagina 48 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.3.10 Externe sensoren Relais Vier relais (250 VAC/5 A, resistieve belasting) zijn als optie verkrijgbaar bij de autonome DAU. Elk relais heeft een wisselschakelaar om te kiezen tussen de werkstand normaal open (NO) of normaal gesloten (NC).
  • Pagina 49 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten Stroomingangen De autonome DAU heeft vier intrinsiek veilige analoge ingangen van 4-20 mA. Deze kunnen worden gebruikt voor diverse druk- en waterinterfacesensoren en andere soorten sensoren. IDAU Druksensor Waterbodems...
  • Pagina 50 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.3.11 Lokaal display Zowel de slave-DAU als de autonome DAU zijn uitgerust met een LCD- display voor lokale uitlezing. Het display geeft het niveau van de gekoppelde RTG, de waarden die door de DAU zelf worden gemeten en foutcodes weer.
  • Pagina 51 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten 3.3.13 Niveauwaarden ophalen Er zijn diverse DAU-functies waarvoor niveaugegevens moeten worden opgehaald van de gekoppelde RTG: • Het optionele lokale display van de DAU kan het tankniveau weer- geven dat is gemeten door de gekoppelde RTG.
  • Pagina 52 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3.3.14 Automatische test van temperatuurreferenties De referentieweerstanden worden automatisch getest door het berekenen van de verhouding tussen de temperatuurreferenties. ----------- - Deze waarde wordt ingevoerd in invoerregister 10. De verhouding wordt vergeleken met een nominale waarde die afhangt van het geselecteerde temperatuurbereik.
  • Pagina 53 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten Afstandsdisplay-eenheid 40 (RDU 40) De RDU 40 is een display-eenheid die kan worden gebruikt met Rosemount TankRadar Rex en Rosemount TankRadar Pro. De displayfuncties worden via de software gestuurd door de aangesloten TankRadar- meter.
  • Pagina 54 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten juni 2007 3-40...
  • Pagina 55 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Onderhoud REX RTG 4.1.1 Een echozoekactie starten Een echozoekactie kan op verschillende manieren worden gestart: • Schakel de spanning uit en weer in. Er wordt automatisch een zoekactie uitgevoerd.
  • Pagina 56 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.1.2 Databaseregisters bekijken en bewerken De gemeten gegevens worden continu opgeslagen in de invoerregisters van DAU’s, RTG’s en FCU’s. Door de inhoud van de invoerregisters van een apparaat te bekijken, kunt u nagaan of dat apparaat correct werkt.
  • Pagina 57 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.1.3 Een apparaatdatabase laden en opslaan Elk apparaat (RTG, DAU en FCU) is uitgerust met een database van parameters die door de applicatiesoftware worden gebruikt om de prestaties van het apparaat te regelen.
  • Pagina 58 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.1.4 Standaarddatabase laden De standaarddatabase is de oorspronkelijke fabrieksinstelling voor de RTG-database. TankMaster WinSetup bevat een optie om de standaarddatabase te laden. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u nieuwe database- instellingen wilt uitproberen en vervolgens opnieuw de oorspronkelijke database wilt laden, of wanneer de tankcondities zijn veranderd.
  • Pagina 59 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.1.5 Installatie van nieuwe transmittersoftware De transmittersoftware is opgeslagen in het flash-EEPROM. De software bestaat uit bootsoftware en applicatiesoftware. Deze bevinden zich beide in hetzelfde EEPROM. Nieuwe transmittersoftware kan op twee verschillende manieren worden geïnstalleerd: •...
  • Pagina 60 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Klik op de knop Browse en blader naar het flash-programmabestand. Gebruik het bestand xxxB.cry voor Bootsoftware en het bestand xxxA.cry voor Applicatiesoftware. Download altijd eerst de bootsoftware. Klik op de knop Start Programming.
  • Pagina 61 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud EEPROM vervangen: Opmerking! Zorg ervoor dat de spanning is uitgeschakeld. Controleer of er geen schroeven verzegeld zijn. Neem contact op met Rosemount Tank Control voordat u de verzegeling verbreekt als de garantie nog geldig is.
  • Pagina 62 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Verwijder het oude EEPROM met het IC- verwijdergereedschap. Gebruik geen schroevendraaier of iets dergelijks. Plaats het nieuwe EEPROM in de socket. Zorg ervoor dat de Snijd de hoek af afgesneden hoek in de juiste positie wordt geplaatst.
  • Pagina 63 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Controleer de softwareversie in TankMaster WinSetup: Selecteer het gewenste apparaatpictogram in het werkruimteven- ster. Klik met de rechtermuisknop en kies de optie Properties. Kies het tabblad Communication. De versie van de transmittersoftware wordt nu weergegeven in het veld Version.
  • Pagina 64 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.1.6 Elektronica van de transmitterkop vervangen Opmerking! Zorg ervoor dat de spanning is uitgeschakeld. Elektronica van de transmitterkop (THE) verwijderen Controleer of er geen schroeven verzegeld zijn. Neem contact op met Rosemount Tank Control voordat u de verzegeling verbreekt als de garantie nog geldig is.
  • Pagina 65 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Elektronica van de transmitterkop (THE) vervangen Sluit de kabels aan op de THE. Zie Figuure 4-1 hieronder. Druk de con- nectors stevig vast. Aansluiting op de TIC- en TMC-kaart, zie “TIC/TMC- configuratie”...
  • Pagina 66 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Controleer of de teflonpluggen schoon zijn. Laat de THE zakken. Let op dat de kabels niet klem raken tussen de THE en de voet van de behuizing. De THE moet goed op de voet rusten, zodat de microgolven geen ruimte moeten overbruggen.
  • Pagina 67 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.1.7 Schrijfbeveiliging (metrologische verzegeling) Met een schakelaar op de FCC-kaart kunnen wijzigingen van de RTG- database door onbevoegden worden voorkomen. De schakelaar kan worden verzegeld in de tegen schrijven beveiligde stand met behulp van een speciale afdekking in kunststof.
  • Pagina 68 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Verwijder de kunstof afdekking en draai de schakelaar naar rechts. Schrijven Toegestaan Beveiligd Plaats de kunstof afdekking terug en verzegel de schakelaar in de tegen schrijven beveiligde stand. Plaats de FCC-kaart en de PCB-vergrendeling terug.
  • Pagina 69 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.1.8 Temperatuurmeting Als de temperatuur-multiplexerkaart (TMC) wordt geïnstalleerd, kan de REX-transmitter worden aangesloten op 1-3 enkelpunt- temperatuurelementen, of 1-6 multipunt-elementen met gemeenschappelijke signaalaarde of gemiddelde-elementen. Max. 6 sensoren kunnen worden aangesloten op de transmitter (sensor nummer 1 moet de laagste tankpositie hebben, etc.).
  • Pagina 70 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 TIC/TMC-configuratie De TMC-kaart wordt geconfigureerd overeenkomstig het gebruikte type sensor. De jumpers zijn geïnstalleerd in de fabriek en hoeven normaal gezien niet te worden gewijzigd. Als u de configuratie van de TMC-kaart moet wijzigen, bijvoorbeeld omdat u andere dan de oorspronkelijke sensortypes gaat gebruiken, moet u dit als volgt doen: Opmerking!
  • Pagina 71 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Stel de jumpers op de TMC-kaart in op een van de volgende alternatie- ven: 1-6 multipunt- of gemiddelde-elementen 8-polige connectorkabel Figuur 4-3. TMC-kaart geconfigureerd voor 1-6 multipunt- of gemid- delde-elementen •...
  • Pagina 72 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 1-3 puntelementen 8-polige connectorkabel Figuur 4-5. TMC-kaart geconfigureerd voor 1-3 puntelementen • Geen jumpers in socket X4 en X5! • Sluit de 8-polige connectorkabel aan op aansluiting X3 op de TMC-kaart.
  • Pagina 73 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Controleer of de 10-polige connectorkabel is aangesloten op aansluiting X2 op de TIC- kaart. Bevestig de TMC-kaart voorzichtig op de achterkant van de TIC-kaart. Plaats de TIC/TMC-kaart en de PCB-vergrendeling terug.
  • Pagina 74 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Configuratie van de temperatuursensoren In TankMaster WinSetup kunt u de transmitter configureren door het opgeven van het sensortype, het sensorbereik en de sensorposities. Zie WinSetup Gebruikershandleiding voor meer informatie over de configuratie van de temperatuursensoren.
  • Pagina 75 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.1.9 Analoge ingangen REX ondersteunt twee analoge ingangen met hoge precisie van 4-20 mA. Om de analoge ingangen te kunnen gebruiken, moet de transmitter uitgerust zijn met de transmitterinterfacekaart (TIC). Analoge ingang 1 kan worden gebruikt om maximaal 3 HART-slaves aan te sluiten (Multi FCC-kaart vereist).
  • Pagina 76 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Softwareconfiguratie - Analoge ingangen Ga als volgt te werk om de analoge ingangssignalen te configureren: Selecteer het pictogram van de gewenste REX-transmitter in de werk- ruimte van TankMaster WinSetup. Klik met de rechtermuisknop en kies de optie Properties, selecteer het tabblad Configuration en klik op de juiste knop Analog Input.
  • Pagina 77 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Statusinformatie Als de ingangswaarden onjuist zijn of niet worden weergegeven in TankMaster, moet u het volgende controleren: • Configuratie van de analoge ingangen, zie “Softwareconfiguratie - Analoge ingangen” op pagina 4-22. •...
  • Pagina 78 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.1.10 Analoge uitgangen Opmerking! De Multi Field-communicatiekaart, versie 9150072-673 of later, is vereist. REX ondersteunt één analoog uitgangssignaal. De analoge uitgang vervangt de tweede relaisuitgang. In dit geval wordt de bedrading van relais 2 losgemaakt van de relaisuitgangskaart (ROC) en aangesloten op het moederbord.
  • Pagina 79 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud FCC-configuratie van analoge uitgang Om de functie Analog Output te kunnen gebruiken, moet de bedrading worden losgemaakt van de ROC-kaart en aangesloten op het moederbord. Jumperinstellingen op de FCC zijn nodig om de Current Loop Output te configureren als actief (interne lusvoeding) of passief (externe lusvoeding).
  • Pagina 80 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Til de elektronische eenheid voorzichtig op. Hanteer de elektronische eenheid voorzichtig. Wees vooral voorzichtig met de teflonplug in het midden op de onderkant van de elektronische eenheid. 1) Verwijder de 2- polige connector van de ROC-kaart.
  • Pagina 81 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Draai de twee bevestigingsschroeve n van de elektronische eenheid vast. Verwijder de PCB- vergrendeling van de elektronische eenheid en verwijder de FCC- kaart. PCB-vergrendeling 4-27...
  • Pagina 82 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Controleer of de Multi FCC-kaart 9150072-673 wordt gebruikt. Stel de jumpers in volgens Figuure 4-9 hieronder op stroomlus actief of passief. Actief Passief Figuur 4-9. Instellingen van stroomlusuitgang. Plaats de FCC-kaart en de PCB-vergrendeling terug.
  • Pagina 83 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Softwareconfiguratie - Analoge uitgangen U kunt verschillende bronnen kiezen voor de analoge uitgang. De Upper Range value (bovenlimiet) voor het analoge uitgangssignaal is 20mA en de Lower Range value (onderlimiet) is 4 mA. De volgende bronnen (meetvariabelen) zijn beschikbaar voor de analoge uitgang: Level, Ullage, Level Rate, Amplitude, Volume en Observed...
  • Pagina 84 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Kies een meetvariabele in de lijst AOut Source. Stel de boven- en onderlimiet van het bereik van het analoge uitgangssignaal in in het invoerveld Range Values. Voor meetvariabelen die niet kunnen worden bewerkt in het invoerveld Range Value moet u de waarden van de boven- en onderlimiet instellen in Holding Registers 2144 en 2146.
  • Pagina 85 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Alarmmodusinstellingen Productniveau Alarmmodus Low Current Alarmmodus High Current Alarmmodus Freeze Current Alarmmodus Binary High Alarmmodus Binary Low Stroom van analoge uitgang als functie van het productniveau voor verschillende alarmmodusinstellingen.
  • Pagina 86 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 De volgende alarmmodes worden ondersteund in REX: Alarmmodus Uitgangsstroom Low Alarm 3,8 mA High Alarm 22,2 mA Freeze De uitgangsstroom van de laatste geldige meting Binary Low 20 mA voor geldige metingen, uitgang van 4 mA in de alarmmodus Binary High...
  • Pagina 87 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.1.11 HART-ingang Hart-slaves worden aangesloten op analoge ingang 1. Om HART- apparaten aan te sluiten, is een Multi Field-communicatiekaart nodig met optioneel HART-modem. 250 W Figuur 4-10. Aansluiting van HART-slaves. Maximaal 3 Hart-slaves kunnen worden aangesloten op de REX-meter in de multidrop-configuratie.
  • Pagina 88 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Softwareconfiguratie - HART-apparaten Selecteer het pictogram van het gewenste REX-apparaat in het werk- ruimtevenster van WinSetup. Klik met de rechtermuisknop en kies de optie Properties. Selecteer het tabblad Configuration. Klik op de knop HART devices en “configureer”...
  • Pagina 89 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.1.12 Relaisuitgang U kunt twee relaispoorten gebruiken als de optionele relaisuitgangskaart (ROC) is geïnstalleerd. Er kunnen verschillende transmittervariabelen worden gekozen om een wijziging van de relaistoestand te activeren. Figuur 4-11.
  • Pagina 90 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Normaal open/gesloten verwijst naar de contactpositie wanneer een relais wordt uitgeschakeld. Dit wordt ook de alarmtoestand genoemd. De terminologie kan als volgt worden samengevat: Normaal gesloten Normaal open Gesloten Open Open...
  • Pagina 91 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Softwareconfiguratie - relaisuitgangen Selecteer het gewenste apparaatpictogram in het werkruimtevenster van WinSetup. Klik met de rechtermuisknop, kies de optie Properties en selecteer het tabblad Configuration. Klik op de knop Relaisuitgang om de relais te configureren. Respons: Het venster REX RTG Relay Output wordt geopend.
  • Pagina 92 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Relaistoestanden. Alarm In deze toestand is het relais uitgeschakeld. Normal In deze toestand is het relais bekrachtigd. Toggle Het relais wisselt regelmatig tussen Normal en Alarm. Bronkeuze (Select source) Geef hier de transmittervariabele op die de schakeling van het relais activeert.
  • Pagina 93 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Relaisfuncties U kunt één of twee instelpunten gebruiken voor relais die zijn aangesloten op de REX-transmitter. Bijgevolg zijn er twee of drie zones waarin verschillende relaistoestanden kunnen worden opgegeven. Voor elke zone kunt u een van de drie beschikbare relaistoestanden (Normal, Alarm of Toggle) instellen.
  • Pagina 94 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Handmatige relaisregeling Ga als volgt te werk om handmatig te schakelen tussen verschillende relaistoestanden: Selecteer een REX-meter in het werkruimtevenster. Klik met de rechtermuisknop en kies de optie Manual Control Relay - of - kies Devices/Manual Control Relay in het menu Service.
  • Pagina 95 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.2.1 Standaarddatabase laden De standaarddatabase kan worden geladen door de stand van de jumpers op aansluitingen X14 en X15 te veranderen. In Figuure 4-13 wordt getoond waar X14 en X15 zich bevinden op de FCU-kaart. Watchdog Figuur 4-13.
  • Pagina 96 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Om de standaarddatabase van de FCU te laden: Schakel de spanning uit. Zet de jumpers op aansluitingen 14 en 15 in de “bovenste” stand. Schakel de spanning in. Wacht tot de watchdog oplicht, zie Figuure 4-13.
  • Pagina 97 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.2.2 Groeps- en veldbuspoorten In de FCU-kast zijn twee aansluitingen, X10 en X11, die worden gebruikt voor groepsbuscommunicatie via RS-232C, zie Figuure 4-14. 15 V Figure 4-14 RS 232-poorten Wanneer een van de TRL/2- RS-232C-poorten wordt...
  • Pagina 98 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.2.3 Voeding De voeding kan worden ingesteld op 115 V of 230 V met een schakelaar. Zie Figuure 4-16. Als de schakelaar wordt ingesteld op 115 V, moet het vakje op het etiket van de FCU worden aangekruist.
  • Pagina 99 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.2.5 Schrijfbeveiliging en reset In de FCU bevindt zich een schrijfbeveiligingsschakelaar die wordt gebruikt om het wijzigen van gegevens in het EPROM door onbevoegden te voorkomen. De schakelaar kan worden vergrendeld in de tegen schrijven beveiligde stand door het borgplaatje vast te zetten met een draad door de gaffelpennen, zie Figuure 4-18.
  • Pagina 100 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.2.6 Elektronica De hoofdkaart van de veldcommunicatie-eenheid is de FCP-kaart (veldcommunicatieprocessor). Zie Figuure 4-19 en Figuure 4-21. Op de FCP-kaart bevinden zich een aantal LED’s. Er zijn groene LED’s voor inkomende signalen en gele LED’s voor uitgaande signalen.
  • Pagina 101 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Figuure 4-20 toont de plaats van de veldbus- en groepsbusaansluitingen. Figuur 4-20. Plaats van de veld- en groepsbusaansluitingen op de FCP- kaart. De microprocessor van de FCU is de 80C188. Hij bevat een DMA- controller (Direct Memory Access), waardoor de processor andere informatie kan verwerken terwijl de DMA het gegevensverkeer tussen het RAM-geheugen en de seriële poorten afhandelt.
  • Pagina 102 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Figuur 4-21. Blokschema van FCU 4-48...
  • Pagina 103 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.2.7 Redundantie (optie) Inleiding Om het risico van communicatiestoringen tussen de TankMaster en de eenheden die zijn aangesloten op de TRL/2-veldbus te beperken, kunnen twee FCU’s parallel worden aangesloten. Wanneer één FCU uitvalt, neemt de andere het automatisch over zonder tussenkomst van de operator.
  • Pagina 104 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Installatie van de hardware • Sluit de speciale driedraadskabel aan tussen de RS232-poorten van de FCU’s. De kabel moet worden aangesloten op het contact van RS-232-poort 2. Figuur 4-23.
  • Pagina 105 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Softwareconfiguratie Opmerking! Raadpleeg de TankMaster WinSetup Gebruikershandleiding Ed2 voor meer informatie over de configuratie/installatie van de FCU. Schakel de spanning van beide FCU’s uit. Schakel de spanning van één FCU in. Selecteer de map Devices in het werkruimtevenster van TankMaster WinSetup, klik met de rechtermuisknop en kies de optie Install New.
  • Pagina 106 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Schakel de spanning van de FCU uit. Schakel de spanning van de tweede FCU in. Stel het adres van de tweede FCU in. Het is belangrijk dat beide FCU’s hetzelfde adres gebruiken.
  • Pagina 107 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Controleer of TankMaster gegevens leest van de actieve FCU. Selec- teer het FCU-pictogram, klik met de rechtermuisknop, kies de optie Pro- perties en controleer of de Unit ID overeenkomt met de actieve FCU. Bekijk het diagnose-invoerregister (Input Register 30689) om na te gaan of de “primary”...
  • Pagina 108 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.3.1 Zekeringen Er zijn vier zekeringen op de DPS-kaart van de IDAU: twee zekeringen van 50 mA voor de veldbus en twee zekeringen van 100 mA voor de voeding.
  • Pagina 109 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.3.2 Temperatuurmeetbereik instellen Ga als volgt te werk om het meetbereik van de temperatuursensoren in te stellen: Sluit de referentieweerstand die overeenkomt met het gewenste meet- bereik aan op kanaal 15. Aansluiting X21 Temperatu ursensoren...
  • Pagina 110 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Temperatuurbereik Referentie- Pt 100 / Cu 90 weerstand (W) -50 - +125 °C OPEN OPEN GESLOTEN 138,50 -50 - +300 °C GESLOTEN GESLOTEN GESLOTEN 175,84 -200 - +150 °C GESLOTEN GESLOTEN OPEN...
  • Pagina 111 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.3.3 Weerstandstemperatuurdetectors controleren Pt100-sensoren (puntmeting) worden aangesloten met drie draden per sensor. Cu90-sensoren (gemiddeldemeting) worden aangesloten met een gemeenschappelijke aarding. De sensoren kunnen worden gecontroleerd door hun weerstand en de omgevingstemperatuur te meten.
  • Pagina 112 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.3.4 Stroomingangen controleren De waarden hieronder kunnen als richtwaarden worden gebruikt voor het testen van de stroomingangen. Voor nauwkeurige stroomwaarden moet echter worden gemeten met een gekalibreerde digitale voltmeter of stroombron.
  • Pagina 113 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.3.5 Externe referentieweerstand vervangen De externe referentieweerstand moet worden vervangen als een ander temperatuurmeetbereik gaat worden gebruikt, zie 4.3.2 “Temperatuurmeetbereik instellen”. Vervangen kan ook nodig zijn als het lokale display een kalibratiefout van de referentieweerstand aangeeft.
  • Pagina 114 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.3.6 Foutindicatie onderdrukken bij afwezigheid van gekoppelde RTG Normaal gezien ontvangt een DAU aanvragen van de busmaster (FCU) en haalt het niveaugegevens op van de gekoppelde RTG. Er kunnen echter situaties zijn waarin een DAU is geïnstalleerd zonder busmaster en/of RTG.
  • Pagina 115 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.3.8 Schrijfbeveiliging Er is een schrijfbeveiligingsschakelaar om wijzigingen van het EEPROM door onbevoegden te voorkomen. De schakelaar kan worden verzegeld in de tegen schrijven beveiligde stand met een draad door de gaffelpennen.
  • Pagina 116 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.3.9 Standaarddatabase opnieuw laden Schakel de spanning van de DAU uit. Verwijder het programma-EEPROM uit de socket, zie Figuure 4-33. EEPROM Figuur 4-33. Databaselader Plaats het DB-lader-EEPROM in de EEPROM-socket. Schakel de spanning in en wacht ongeveer 30 seconden.
  • Pagina 117 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.3.10 Lokale displaymodes Het display heeft drie verschillende displaymodes. Deze modes kunnen op twee manieren worden veranderd: • Druk de drukknop in en wacht minstens één seconde. •...
  • Pagina 118 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Displaymodus 0: De volgende waarden worden weergegeven. Alleen de waarden waarvoor de DAU is geconfigureerd worden weergegeven. De reeks wordt voortdurend herhaald. Niveau. L voor metrisch: decimaal, dubbelepunten voor voet: inches: inches/17.
  • Pagina 119 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Displaymodus 1: De volgende reeks wordt weergegeven wanneer displaymodus 1 is ingesteld. Niveau Zie displaymodus 0 voor uitleg. Temperatuursensor 1. Als de sensor zich onder het opper- vlak bevindt.
  • Pagina 120 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Displaymodus 2: Deze modus stelt het display vast in op de momenteel weergegeven waarde. De waarde wordt nog wel gemeten met de normale frequentie (ongeveer elke 15 seconden voor een temperatuursensor). Druk de knop in en houd hem ingedrukt.
  • Pagina 121 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.3.11 Foutcodes op lokaal display De fouten die worden weergegeven op het lokale display kunnen worden onderverdeeld in de volgende groepen. • Systeem • Externe seriële communicatie •...
  • Pagina 122 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.3.12 Voeding (alleen voor autonome DAU) De DPS-kaart (DAU-voeding) ontvangt een netvoeding van 115/230 VAC en levert een intrinsiek veilige uitgangsspanning van +24 V en +12 V voor de DXB-kaart.
  • Pagina 123 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.3.13 Time-outinstellingen Mastercommunicatietime-out De mastercommunicatietime-out bepaalt hoeveel tijd zonder contact er moet verstrijken voordat de communicatie met de master als verbroken wordt beschouwd. Deze waarde wordt opgeslagen in databaseregister 188.
  • Pagina 124 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 Het veldbusmodem fungeert als een omzetter tussen RS-232C en de TRL/2-bus. Het wordt gebruikt om een pc met TankMaster aan te sluiten op de TRL/2-groepsbus. Het veldbusmodem kan ook worden gebruikt om vreemde eenheden aan te sluiten op de veldbus.
  • Pagina 125 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud 4.4.3 FBM in plaats van FCU voor kleine systemen In een klein systeem met maximaal 16 eenheden (RTG’s of DAU’s) kan het veldbusmodem worden gebruikt in plaats van een FCU. Het veldbusmodem kan dan rechtstreeks worden aangesloten tussen de pc met TankMaster (master) en de RTG’s en de DAU’s.
  • Pagina 126 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 RDU 40 4.5.1 Installatie Verwijder de rubberdop om toegang te krijgen tot de bovenste schroef van het deksel van de RDU 40. Schroef alle zes de schroeven los en verwijder ze.
  • Pagina 127 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 4 Onderhoud Met het oog op een goede werking en om in overeenstemming te zijn met de EMC-voorschriften moet de kabel tussen de RDU 40 en de REX- aftakdoos aan de volgende vereisten voldoen: •...
  • Pagina 128 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 Onderhoud juni 2007 4.5.2 Twee RDU 40’s aangesloten op dezelfde REX Als twee RDU 40’s zijn aangesloten op dezelfde REX, moet de ene worden geconfigureerd als “slave” en de andere als “master”. De slave kan niet afzonderlijk worden geconfigureerd of geregeld, maar volgt de master.
  • Pagina 129 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 5 Kalibratie Kalibratie Inleiding Normaal gezien is een kleine aanpassing van de kalibratieafstand nodig om overeenstemming te bereiken tussen het gemeten en het werkelijke productniveau. (Voor TRL/2-transmitters wordt de tankverbindingslengte (TCL) aangepast).
  • Pagina 130 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 5 Kalibratie juni 2007 De waarde van de kalibratieafstand die is opgeslagen in de transmitterdatabase kan als volgt worden gewijzigd: Start het programma TankMaster WinSetup. Selecteer het transmitterpictogram in het werkruimtevenster van WinSetup.
  • Pagina 131 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 5 Kalibratie Gebruik van de kalibratiefunctie in WinSetup De kalibratiefunctie is een instrument waarmee de RTG kan worden aangepast, zodat de discrepantie tussen de werkelijke (handgepeilde) productniveaus en de overeenkomstige waarden die worden gemeten door de transmitter tot een minimum beperkt blijft.
  • Pagina 132 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 5 Kalibratie juni 2007 5.3.2 Handpeiling Personeel De handmatige ullagemetingen moeten worden uitgevoerd door één persoon, om een goede herhaalbaarheid tussen de metingen te garanderen. Handpeiltape Gebruik slechts één tape voor de kalibratie. De tape moet van staal zijn en moet gekalibreerd zijn door een erkend testinstituut.
  • Pagina 133 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 5 Kalibratie 5.3.3 Kalibratiegegevens invoeren Selecteer de transmitter die u wilt kalibreren in het werkruimtevenster en kies Calibrate in het menu Service/Devices, - of - klik met de rechtermuisknop en kies Calibrate. Tankreferentie- hoogte Voordat gegevens worden ingevoerd, is het venster Calibrate leeg.
  • Pagina 134 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 5 Kalibratie juni 2007 Klik op de knop Refresh. WinSetup berekent nu de afwijkingen tussen de handgepeilde en de gemeten niveaus. Klik op de knop Save Calibration Data in PC Database om de ingevoerde waarden op te slaan en terug te keren naar het venster Calibration.
  • Pagina 135 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 5 Kalibratie Klik op de knop Write new calibration data to RTG om de huidige kali- bratiegegevens op te slaan. Opmerking! Door te klikken op de knop Write new calibration data to RTG worden de Rosemount Level-waarden in het venster Calibration Data herberekend en worden de oude kalibratiegegevens vervangen.
  • Pagina 136 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 5 Kalibratie juni 2007...
  • Pagina 137 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 6 Lokaliseren van storingen Lokaliseren van storingen SYMPTOOM OORZAAK ACTIE Geen contact met Foutieve aansluiting van Controleer de draden van de RTG of auto- TRL/2-bus. TRL/2-bus. nome DAU Verkeerd adres of verkeerde een- Controleer en corrigeer indien heid-ID.
  • Pagina 138 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 6 Lokaliseren van storingen juni 2007 SYMPTOOM OORZAAK ACTIE Schrijven naar Geen contact met de eenheid Controleer de eenheid zoals DAU of FCU is beschreven op de vorige pagina niet mogelijk Schrijfbeveiligingsschakelaar in Zet de schakelaar in de stand verkeerde stand...
  • Pagina 139 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 6 Lokaliseren van storingen SYMPTOOM OORZAAK ACTIE Metrologische verzegeling in de Zet de schakelaar in de stand schrijfbeveiligingsstand. waarin schrijven is toegestaan. Echo-amplitude onder ruisdrem- Controleer de signaalamplitude. pel. Kijk of er schuim op het product- oppervlak staat.
  • Pagina 140 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 6 Lokaliseren van storingen juni 2007 SYMPTOOM OORZAAK ACTIE Kabels slecht aangesloten. Controleer de aansluiting van de kabels. Geen contact met RTG of auto- Zie vorige pagina’s. nome DAU Verkeerde Aangesloten apparaat defect. Controleer het apparaat.
  • Pagina 141 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 6 Lokaliseren van storingen DAU-display OORZAAK ACTIE Systeem: Geen actie vereist 0 – Geen fout gevonden Systeem: Start de DAU opnieuw. 1 – EEPROM-fout (programma) Vervang het EEPROM. Systeem: Start de DAU opnieuw.
  • Pagina 142 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 6 Lokaliseren van storingen juni 2007 DAU-display OORZAAK ACTIE Interne seriële-communicatiefout: Geen actie vereist. 0 – Geen fout gevonden Interne seriële-communicatiefout: Start de DAU opnieuw. Vervang 1- Fout gevonden de PCB: DMB voor slave-DAU of DXB voor autonome DAU.
  • Pagina 143 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 6 Lokaliseren van storingen DAU-display OORZAAK ACTIE Stroomingangsfout (p voor druk): Zie de punten onder “Verkeerde 1- Fout in minstens één sensor stroomingangswaarde”. Stroomingangsfout (p voor druk): Vervang de PCB: DMB voor 2 –...
  • Pagina 144 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 6 Lokaliseren van storingen juni 2007...
  • Pagina 145 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 7 Reserveonderdelen Reserveonderdelen Radartankmeter Transmitterinterfacekaart, TIC 9150072-551 Temperatuur-multiplexerkaart, TMC 9150072-561 Relaisuitgangskaart, ROC 9150072-591 Gegevensverzamelingseenheid, DAU Slave-DAU – DMB-kaart 9240002-512 Autonome DAU – DXB-kaart 9240002-502 Displaykaart 9240002-541 Voedingskaart autonome DAU - DPS 9240002-522 Relaismodemkaart autonome DAU - DRM 9240002-532...
  • Pagina 146 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 7 Reserveonderdelen juni 2007...
  • Pagina 147 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX juni 2007 Hoofdstuk 8 Lijst van tekeningen Lijst van tekeningen Mechanische installatie Hoornantenne RTG 3920 9150 072-980 Paraboolantenne RTG 3930 9150 072-981 Paraboolantenne RTG 3930 (P440) 9150 072-982 Lassen van T38-W 9240 003-944 Flenskogel T30 9240 003-947 RTG 3935/EES...
  • Pagina 148 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 8 Lijst van tekeningen juni 2007 Aansluiting relais 1 RTG (W11/X11) 9150 072-933 Aansluiting analoge uitgang RTG (W11/X11) 9150 072-934 RDU/SDAU en analoge ingang RTG (W12/X12) 9150 072-940 Aansluiting temp. sensor RTG (W12/X12) 9150 072-941 WBS + temperatuuraansluiting RTG (W12/X12) 9150 072-943...
  • Pagina 149 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount TankRadar REX juni 2007 Index Index Aansluiting op een pc ..........3-24 Aansluiting van de relaispoorten .
  • Pagina 150 Installation Manual 308014E, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Index juni 2007 Echofixer .............3-9 Echozoekactie .
  • Pagina 151 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount TankRadar REX juni 2007 Index Installatie van de hardware ..........4-50 Installatie van nieuwe transmittersoftware .
  • Pagina 152 Installation Manual 308014E, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Index juni 2007 RDU 40 ............. .1-3 Redundantie .
  • Pagina 153 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B Rosemount TankRadar REX juni 2007 Index Tankreferentiehoogte ...........5-5 Tankverbindingseenheid .
  • Pagina 154 Installation Manual 308014E, Uitgave 1B Rosemount Tank Radar REX Index juni 2007 Index-6...
  • Pagina 156 Onderhoudshandleiding 308012NL, Uitgave 1B juni 2007 Lokale vertegenwoordiger van Rosemount Tank Gauging: Emerson Process Management Rosemount Tank Gauging Box 130 45 SE-402 51 Göteborg SWEDEN Tel (International): +46 31 337 00 00 Fax (International): +46 31 25 30 22 E-mail: sales.srt@emersonprocess.com www.rosemount-tg.com...