Onderhoudshandleiding
308012NL, Uitgave 1B
juni 2007
In het onderstaande overzicht worden enkele vaak gebruikte
databaseregisters beschreven.
Correctiewaarden
Eenheid-ID
Systeemconfiguratie
RTG-adres
DAU-adres
FCU-adres
Tankverbindings-
lengte, TCL
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 3 Beschrijving van de apparaten
Elke RTG, DAU en FCU heeft een unieke
eenheid-ID waarmee de eenheid kan worden
geïdentificeerd bij het installeren van een
REX-systeem.
Het toegewezen Modbus slave-adres voor
de RTG. Standaardwaarde: 246.
Het toegewezen Modbus slave-adres voor
de gekoppelde DAU. Standaardwaarde: 247.
Het toegewezen Modbus slave-adres voor
de gekoppelde FCU. Standaardwaarde: 245.
De elektrische afstand vanaf de elektronica
van de transmitterkop tot het RTG-referentie-
punt (de elektrische afstand is niet gelijk aan
de fysieke afstand). De TCL-waarde is ver-
schillend voor verschillende metertypen/
antennes. Wanneer u een REX-transmitter
configureert in TankMaster WinSetup, kunt u
kiezen tussen vooraf gedefinieerde of door
de gebruiker gedefinieerde antennes (zie de
gebruikershandleiding van WinSetup). Voor
een door de gebruiker gedefinieerde antenne
moet TCL handmatig worden ingevoerd.
Voor vooraf gedefinieerde antennes wordt
TCL automatisch ingesteld.
3-17