Onderhoudshandleiding
308012NL, Uitgave 1B
juni 2007
19
Controleer of TankMaster gegevens leest van de actieve FCU. Selec-
teer het FCU-pictogram, klik met de rechtermuisknop, kies de optie Pro-
perties en controleer of de Unit ID overeenkomt met de actieve FCU.
20
Bekijk het diagnose-invoerregister (Input Register 30689) om na te gaan
of de "primary" FCU actief is. Dit wordt aangegeven door statusbit 12=0.
(Als de "backup" FCU actief is, is statusbit 12=1).
21
Schakel de spanning van de actieve FCU uit.
Commentaar:
22
Controleer of de reserve-FCU actief is. Dit wordt aangegeven door sta-
tusbit 12=1 (zie stap 20).
23
Schakel de spanning van beide FCU's uit en schakel vervolgens de
FCU's weer in, te beginnen met de "primary" FCU, zoals beschreven in
stap 18.
24
Selecteer het tabblad FCU Slave Database in het menu Properties en
configureer beide FCU's zoals u een enkele niet-redundante FCU zou
configureren. Beide FCU's zullen dezelfde gegevens ontvangen. Wissel
tussen de FCU's om te controleren of dezelfde gegevens zijn opgesla-
gen in beide FCU's.
Raadpleeg WinSetup Gebruikershandleiding voor meer informatie
over de installatieprocedure voor de FCU.
De "backup" FCU gaat over van niet-actief naar
actief.
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 4 Onderhoud
4-53