Onderhoudshandleiding
308012NL, Uitgave 1B
juni 2007
Figuure 4-20 toont de plaats van de veldbus- en
groepsbusaansluitingen.
Figuur 4-20. Plaats van de veld- en groepsbusaansluitingen op de FCP-
De microprocessor van de FCU is de 80C188. Hij bevat een DMA-
controller (Direct Memory Access), waardoor de processor andere
informatie kan verwerken terwijl de DMA het gegevensverkeer tussen
het RAM-geheugen en de seriële poorten afhandelt.
Er is een RAM (Random Access Memory) van 32 KB voor de
gegevensbuffer. In de gegevensbuffer wordt de informatie van de slave-
eenheden opgeslagen. In het EPROM wordt het programma
opgeslagen. Wanneer u het EPROM vervangt, wordt sterk aanbevolen
de FCP-kaart te verwijderen uit de FCU-kast voor een betere toegang tot
de geheugenchip.
Het EEPROM wordt gebruikt om de databaseregisters op te slaan en kan
van op afstand worden geprogrammeerd (als de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand staat waarbij schrijven is
toegestaan).
Er zijn drie tweekanaals seriële-communicatiecontrollers (SCC's), die de
zes seriële-communicatiepoorten voor groepsbus- en
veldbuscommunicatie besturen.
kaart.
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 4 Onderhoud
4-47