nl Uw apparaat leren kennen
Knoppen
3
Draaiknop
4
Knoppen en touch-velden
Touch-velden zijn aanraakgevoelige oppervlakken. Om
een functie te kiezen het betreffende veld selecteren.
Sym-
Naam
Beschrijving
bool
Aan/uit
Apparaat inschakelen en appa-
raat uitschakelen.
Menu
Bedrijfsmodi-menu openen.
Informatie
Extra informatie weergeven.
Tijdfuncties
Menu Tijdfuncties openen.
Kinderslot
Kinderslot activeren en deacti-
veren.
Start/Stop
Werking starten, stoppen of af-
breken.
Touch-veld
Navigatie naar links
links van
het display
Touch-veld
Navigatie naar rechts
rechts van
het display
Draaiknop
Met de draaiknop wijzigt u de instelwaarden die op het
display worden weergegeven.
Bij de keuzelijsten, bijv. de verwarmingsmethoden, be-
gint na het laatste punt het eerste weer.
Bij waarden, bijv. temperatuur, moet u de draaiknop
weer terugdraaien zodra de minimale of maximale
waarde bereikt is.
Display
Het display toont u de actuele instelwaarden op ver-
schillende niveaus.
Waarde op
De waarde op de voorgrond is in het
de voor-
wit geaccentueerd. U kunt de waarde
grond
met de draaikeuzeknop direct wijzigen.
Waarde op
Waarden op de achtergrond zijn donker
de achter-
weergegeven. Om de waarde met de
grond
draaikeuzeknop te wijzigen, kiest u
eerst de gewenste functie.
4.3 Verwarmingsmethoden
Hier vindt u een overzicht van de verwarmingsmethoden. U krijgt aanbevelingen over het gebruik van de verwar-
mingsmethoden.
Wanneer u een verwarmingsmethode kiest, stelt het apparaat u een passende temperatuur of stand voor. U kunt de
waarde overnemen of wijzigen in het weergegeven gebied.
Symbool
Naam
Stomen
6
Temperatuur
30-100°C
De knoppen hebben een drukpunt. Druk op de knoppen
om de knoppen te bedienen.
U kunt de draaiknop naar rechts of naar links draaien.
Statusregel
Bovenin het display bevindt zich de statusregel. Daar
worden de tijd en de ingestelde tijdfunctie weergege-
ven.
Temperatuurregeling
De balk van de temperatuurregeling toont u de tempe-
ratuur in de binnenruimte.
¡ Verwarmingscontrole
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurverho-
ging in de binnenruimte weer. Wanneer u voorver-
warmt, is het optimale tijdstip voor het plaatsen van
het gerecht bereikt zodra alle balken gevuld zijn.
¡ Restwarmte-indicatie
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft de lijn
onder de statusregel de restwarmte in de binnen-
ruimte aan. De aanduiding verdwijnt wanneer de
temperatuur tot ca. 60°C gedaald is.
Opmerkingen
¡ Door thermische traagheid kan de weergegeven
temperatuur een beetje afwijken van de werkelijke
temperatuur in de binnenruimte.
¡ Wanneer u op drukt, kunt u tijdens het opwarmen
de actuele opwarmtemperatuur opvragen.
4.2 Functies
Het menu is onderverdeeld in verschillende functies.
Functie
Gebruik
Stomen
De juiste verwarmingsmethode met
stoom instellen en starten.
→ "De Bediening in essentie",
Pagina 11
Gerechten
Gerechten bereiden met stoom.
→ "Gerechten", Pagina 13
Ontkalken
Het watervoerende systeem ontkal-
ken.
→ "Ontkalken", Pagina 18
Instellingen
De basisinstellingen aanpassen.
→ "Basisinstellingen", Pagina 16
Gebruik
Blancheren en stomen van:
¡ Groente
¡ Vis
¡ Bijgerechten
Fruit uitpersen.