7.2.2 Parameters
In de programmeermodus kunt u de parameters invoeren via het bedieningspaneel.
Parametergroepen
Het parameternummer is samengesteld uit drie cijfers. Het eerste cijfer is de
parametergroep volgens tabel 1. Het tweede en derde cijfer vormen een volgnummer
van 00 tot 99.
Nr.
Parametergroepen
0XX
Codeslotinstellingen (codes, vrijgave van het rijprogramma's, automatische
uitschakeling etc)
7.2.3 Parameterinstellingen
Voor het wijzigen van de instellingen van het interne transportmiddel moet de
mastercode worden ingevoerd.
Z
De fabrieksinstelling van de mastercode is 7-2-9-5. Mastercode bij eerste
inbedrijfstelling veranderen!
Z
Voor interne transportmiddelen waarmee wordt gereden of gelopen moeten
verschillende codes worden ingesteld.
Instellingen intern transportmiddelen wijzigen
Werkwijze
• O-knop (55) indrukken.
• Mastercode invoeren.
• Invoer van het driecijferige parameternummer.
• Invoer met de SET-knop (56) bevestigen.
• Instelwaarde volgens de parameterlijst invoeren.
Z
Bij verkeerde invoer knippert de LED (57) van de O-knop (55) rood.
• Parameternummer opnieuw invoeren.
• Instelwaarde opnieuw invoeren of wijzigen.
• Invoer met de SET-knop (56) bevestigen.
• Stappen voor volgende parameters herhalen.
• Vervolgens op de O-knop (55) indrukken.
De instellingen zijn opgeslagen.
69