3.2
Gebruiksklaar maken
Intern transportmiddel inschakelen
Voorwaarden
– Controles en handelingen voorafgaande aan de dagelijkse inbedrijfstelling
uitgevoerd, (zie "Controles en handelingen vóór de dagelijkse inbedrijfstelling" op
pagina 51).
Werkwijze
• NOODSTOP-schakelaar (6) door trekken inschakelen.
• Intern transportmiddel inschakelen, daarvoor
• sleutel in het contactslot (10) steken en tot de aanslag naar rechts draaien.
• code in het codeslot (o) invoeren.
• kaart of transponder voor de ISM-toegangsmodule houden en afhankelijk van de
instelling op de groene knop op de ISM-toegangsmodule (o) drukken.
• Knop waarschuwingssignaal (44) op goede werking controleren.
• Controleren of de claxon werkt.
• Stuurinrichting controleren op goede werking.
• Remfunctie (4) van de dissel controleren.
Intern transportmiddel is bedrijfsgereed.
t De laadtoestandindicatie (9) geeft de laadtoestand van de batterij weer.
o Het venster (CanDis) (45) toont de aanwezige laadtoestand van de batterij en de
werkuren.
4
9, 45
10, 46
52
6
44