4.2
NOODSTOP, rijden, sturen en remmen
4.2.1 NOODSTOP
NOODSTOP indrukken
Werkwijze
VOORZICHTIG!
Gevaar op ongevallen
Voorwerpen mogen de werking van de NOODSTOP-schakelaar niet beïnvloeden.
Z
NOODSTOP-schakelaar (6) niet als bedrijfsrem gebruiken.
• NOODSTOP-schakelaar (6) indrukken.
Alle elektrische functies zijn uitgeschakeld. Het interne transportmiddel wordt
automatisch afgeremd tot aan stilstand.
NOODSTOP ontgrendelen
Werkwijze
• NOODSTOP-schakelaar (6) door trekken weer ontgrendelen.
Alle elektrische functies zijn ingeschakeld, het interne transportmiddel is weer
gebruiksklaar (mits het interne transportmiddel vóór het indrukken van de
NOODSTOP gebruiksklaar was).
Bij CanCode en ISM is het interne transportmiddel bovendien uitgeschakeld.
4.2.2 Gedwongen afremmen
Z
Bij het loslaten van de dissel beweegt deze vanzelf in het bovenste rembereik (B)
en wordt het voertuig gedwongen afremd.
WAARSCHUWING!
Wanneer de dissel langzamer wordt of gaat niet naar de remstand, moet het
interne transportmiddel gesloten blijven tot de oorzaak is geïdentificeerd en
verwijdeerd. Indien nodig moet de gasdrukveer worden vernieuwd.
56