Het laden starten met geïntegreerde lader
Netaansluiting
Netspanning: 230 V / 110 V (+10/-15%)
Netfrequentie:
De stroomkabel van de lader (38) is in de voorkap of in de batterijruimte geïntegreerd.
Batterij opladen
Voorwaarden
– Intern transportmiddel veilig parkeren, (zie "Intern
transportmiddel veilig parkeren" op pagina 53).
– Batterij vrijmaken, (zie "Batterij vrijmaken" op
pagina 32).
– Juist laadprogramma op lader ingesteld.
Werkwijze
• Eventueel aanwezige isoleermatten van de batterij
verwijderen.
• De batterijstekker moet ingestoken blijven.
• Netstekker (38) in een stopcontact steken.
• Schakelaar NOODSTOP omhoog trekken.
De knipperende LED geeft de laadtoestand of een storing aan (zie tabel "LED-
indicatie" voor de knippercodes).
Batterij wordt geladen.
Z
Wanneer de netstekker (38) zich op het net bevindt, zijn alle elektrische functies
van het interne transportmiddel onderbroken (elektrische startonderbreking). U
kunt het interne transportmiddel niet gebruiken.
38
50 Hz / 60 Hz
38