7
Elektrolytcirculatie
7.1
Functiebeschrijving
De elektrolytcirculatie zorgt door de toevoer van lucht tijdens het laden voor een
vermenging van de elektrolyt en voorkomt zo zuurlagen, verkort de laadtijd
(laadfactor ca. 1,07) en reduceert de gasvorming tijdens het laden. De lader moet
voor de batterij en elektrolytcirculatie toegelaten zijn.
Een in de lader ingebouwde pomp zorgt voor de vereiste perslucht die via een
slangensysteem naar de batterijcellen wordt geleid. De circulatie van de elektrolyt
vindt plaats middels de toegevoerde lucht en over de totale elektrodelengte worden
dezelfde elektrolytdichtheidswaarden gerealiseerd.
Pomp
Bij een storing, bijvoorbeeld onverklaarbare respons van de drukbewaking, moeten
de filters worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen.
Batterij-aansluiting
Er is een slang aangebracht aan de pompmodule, die samen met de laadleidingen
uit de lader naar de laadstekker wordt gevoerd. Via de in de stekker geïntegreerde
koppelingsdoorvoeringen voor de elektrolytcirculatie wordt de lucht verder geleid
naar de batterij. Bij het leggen moet er goed op worden gelet dat er geen knikken in
de slang komen.
Drukbewakingsmodule
De elektrolytcirculatiepomp wordt aan het begin van het laden geactiveerd. De
drukopbouw tijdens het laden wordt gecontroleerd met de drukbewakingsmodule. Op
deze manier wordt gegarandeerd dat de benodigde luchtdruk bij het laden met
elektrolytcirculatie beschikbaar is.
Bij eventuele storingen, zoals
– luchtkoppeling batterij niet verbonden met circulatiemodule (bij aparte koppeling)
of defect,
– lekkende of defecte slangverbindingen op de batterij of
– aanzuigfilter vuil
is er een storingsmelding op de lader te zien.
18