Drijfriem van het maaidek
vervangen
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens
het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het
maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. Ver-
vang de riem als u één of meer van deze zaken constateert.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurderpositie te verlaten.
3. Draai de schroeven los waarmee de kap van het
draagframe vastzit, en verwijder de kap.
4. Draai de schroeven los waarmee de drijfriemkap is
bevestigd aan het maaidek, en verwijder de kap.
5. Verwijder de drijfriem van de aftakas. Zie Drijfriem
van aftakas vervangen, blz. 42.
6. Maak de veer van de arm van de spanpoelie los om
spanning van de arm en de spanpoelie te halen en gooi
de versleten riem weg (Fig. 58).
7. Plaats de nieuwe riem rond de poelie van de uitvoeras,
de spanpoelie en in de onderste gleuf van de dubbele
aspoelie (Fig. 58).
8. Zet de veer van de arm van de spanpoelie weer vast
(Fig. 58).
9. Drijfriem van de aftakas monteren. Zie Drijfriem van
aftakas vervangen, blz. 42.
10. Plaats de riemkap weer op het maaidek en zet deze
vast met de schroeven.
11. Plaats de kap van het draagframe weer op het maaidek
en zet deze vast met de schroeven.
1
4
3
2
Figuur 58
1. Drijfriem van maaidek
2. Veer van arm van
spanpoelie
41
5
m–5247
3. Uitvoerpoelie
4. Aandrijfriem van aftakas
5. Dubbele aspoelie